ESSAYS home logo

Mozes
, mythe en realiteit
The proper relationship between spirituality and religion is like a beverage and a cup. If there's nothing to contain it and to give it some shape and structure, then you have liquid on the floor. On the other hand, you could just have an empty cup.

Mozes, mythe en werkelijkheid: de visie van Freud

In zijn boek "Der Mann Moses und die monotheistische Religion" laat Sigmund Freud - "de Mozes van de psychoanalyse"- al het vernuft van zijn analytisch vermogen los op het ontstaan van het joodse volk, de joodse godsdienst en haar stichter Mozes. Het geschrift is ingedeeld in twee "boeken". In het eerste boek onderzoekt hij zijn stelling, dat Mozes eigenlijk geen jood maar een Egyptenaar was.

de naam Mozes
Twee zaken pleiten daar volgens hem voor. Punt een: de naam "Mozes" - Mosjé in het hebreeuws - is zeer waarschijnlijk van Egyptische oorsprong. Hij betekent niet "uit het water getrokken" volgens de Hebreeuwse uitleg, maar "kind" zoals ook in de bekende farao-namen als Toetmosis (=kind van de god Tut) en Ptahmose (=kind van Ptah). Freud wil zich niet laten leiden door ontzag voor de bijbelse overlevering en waagt de voor de hand liggende conclusie dat iemand die een Egyptische naam heeft ook een Egyptenaar is.

geboortemythe van helden
Het tweede argument haalt de aartsvader van het onderbewuste uit de theorie van een van zijn leerlingen, Otto Rank. Deze heeft onderzocht hoe de mythen over de geboorte van helden in allerlei mythologieën ter wereld overeenkomsten vertonen, zoals die rond Sargon, Oedipus, Gilgamesh, Cyrus, Romulus e.v.a.. Heel kort door de bocht is het grondstramien: dreigende voortekenen over de geboorte van de zoon doen de koninklijke vader het kind te vondeling leggen, waarna het opgevoed wordt door een eenvoudige familie, herders of zelfs soms dieren; daarna volgt een queeste, waarin de held zijn vader overwint, door het volk wordt erkend en komt tot roem en grootheid.

In de psychoanalyse van Rank worden deze mythen met zijn twee families gezien als een mythische neerslag van de basale "familieroman" van het kind: de koninklijke familie waarin hij geboren is en de eenvoudige familie van zijn opvoeding zijn in wezen twee kanten van één familie. Het kind ervaart eerst in zijn meest prille fase vader en moeder ervaart als grandioze koning en koningin en later maakt hij onder invloed van rivaliteit en reële teleurstelling zich losser van de ouders en ontwikkelt hij een kritische houding t.o.v. de vader.
Wat valt nu op aan de Mozes-mythe? Hier zijn de families net omgekeerd: hij wordt geboren in een eenvoudige en nederige familie en opgevoed in een koninklijke familie. Freud argumenteert nu als volgt: in de mythe weerspiegelt de nederige familie die het kind adopteert en opvoedt de realiteit van de echte familie van de held, de koninklijke familie weerspiegelt de grandioze fantasie van het vroege kind en wat zien we nu: In het geval van Mozes is de adopterende en opvoedende familie juist de koninklijke familie van de Egyptische farao.
Waarom dit nu net omgekeerd? Heeft de mythe een bepaal doel met deze omkering?
De mythe, oppert Freud, heeft tot taak via de omkering van Mozes een jood te maken en zijn tewaterlating - in andere mythen een poging tot eliminatie van de held - is nu een weg tot redding.
Freud besluit dit hoofdstukje met uitgebreide excuses over het speculatieve en onbewijsbare van zijn stelling en vermoedelijk heeft hij de religieuze en traditionele joodse gemeenschap en misschien ook wel de christelijke voor ogen gehad en het lijkt wel of hij zijn essay hier besluit. Maar in een volgend hoofdstukje neemt hij toch weer een nieuwe stap en gaat hij in op de aard van de religieuze boodschap, die Mozes belichaamde.

naar pagina 2

naar
hfst I: de visie van Freud       
pagina 1 pagina 2  pagina 3  pagina 4

 pagina 5 pagina 6  pagina 7


hfst II: de visie van Buber
pagina 8 pagina 9 pagina 10 pagina 11 pagina 12
pagina 13 pagina 14 pagina 15 pagina 16
pagina 17 pagina 18 pagina 19 pagina 20

terug naar boven volgende home