Freuds
eigen uittocht
Het begin van dat "Tweede Boek" is opmerkelijk: onder het kopje "Geschreven
voor maart 1938" stelt Freud vast, dat hij in deze tijd van dreiging door
de omliggende fascistische, nazistische en communistische regiems zich
voorlopig in het katholieke Wenen beschermd voelt door de Kerk. Daarom
wil hij niet het risico lopen deze Kerk voor het hoofd te stoten met publicatie
van zijn mogelijk aanstootgevende theorieën rondom Mozes. Hij besluit
deze onderzoekingen wel voort te zetten maar de resultaten niet te publiceren.
Het volgende paragraafje draagt als opschrift de datering 2 juni 1938
(Londen). Freud is na de Duitse annexatie van Oostenrijk uitgeweken naar
Engeland. De bescherming door de Kerk stelde niets voor. De patriarch
van de psychoanalyse heeft zijn eigen uittocht moeten meemaken. In het
vrije Engeland staat echter niets in de weg om zijn mozaïsche overwegingen
wel te publiceren.
de latentieperiode van de mozaïsche Godheid
Freud neemt nu de draad weer op bij de door hem gedane constatering, dat
na de "fusie" van de uit Egypte door Mozes ingevoerde Godheid met de vulkanische
Jahweh, deze laatste aanvankelijk de overhand leek te hebben; de mozaïsche
Godheid leek als het ware te zijn ondergedoken ten gunste van de wrede
en demonische stamgod. Maar na verloop van tijd doken de mozaïsche principes
toch weer op, namen zij hun plek weer in en werden zij de unieke kenmerken
van de Joodse God, met vooraan de erkenning dat deze God de enige (één)
is. Tevens eiste hechtte deze God niet zoveel waarde aan ritueel en ceremonieel
als wel aan een leven in gerechtigheid en waarheid (zie b.v. Micha …..
en Jesaja ……, RC).
Freud spreekt over een latentieperiode en gaat zoeken naar analogieën.
Hij signaleert de neiging om nieuwe leerstellingen of nieuwe revolutionaire
ontdekkingen eerst te ontkennen en pas na verloop van tijd te accepteren.
Maar een sterkere analogie doet zich voor. Er is eerst de introductie
van de mozaïsche Godheid bij de uit Egypte getrokken stammen, dan de afvalligheid
van dit volk met de veronderstelde moord op Mozes en de acceptatie in
een compromis met verwante semitische stammen van de stamgod Jahve. Ondergronds
bleef echter de overlevering aangaande het Mozaïsche gebeuren en werd
de heldenrol van Mozes in deze overlevering bewaard en versterkt en geïdealiseerd.
Deze overlevering won steeds meer kracht in de geesten en de zielen tot
zij na deze latentieperiode weer opdook.
de latentieperiode in de neurose
De analogie die Freud bedoelt ligt natuurlijk op zijn eigen terrein, dat
van de psychoanalyse: ontstaan en verloop van de neurose. Een heel korte
samenvatting van door Freud al bondig samengevatte kern van zijn idee:
het gaat dan om kinderlijke traumatische ervaringen ( van meestal seksueel-agressieve
aard) van in de regel voor het vijfde levensjaar, die vervolgens worden
vergeten tot de aanvang van de puberteit - deze periode van vergeten heet
de latentieperiode. In de puberteit confronteert de heftigheid van de
puberteitsontwikkeling de persoon met de noodzaak om opnieuw om te gaan
met zijn vroegkinderlijke indrukken. Hij kan deze totaal blijven ontkennen
met de nodige symptomen daarvan of hij kan terechtkomen in een steeds
optredende herhaling van de traumatische situatie om in een poging deze
alasnog "op te lossen"(de z.g. herhalingdwang). Hoe het ook
zij: in het volwassen leven zien wij de neurotische problematiek in een
ander jasje weer op de voorgrond komen: de z.g. terugkeer van het verdrongene.
naar pagina 4
|