side
effects
Today
I payed my six week visit to my hepatitis c-dokter W.
I am past half way the one and a half year medicine cure with
interferon and ribavirin, medicines with strong side effects you
gradually get to cope with.
I
talked with docter W. about my emotional shifts of the last months
and mentioned that my friend M. and me definitively put an end
to partnership.
The
question arose, to what extent the interferon and ribavirin side
effects contributed to a mental and physical mind set, which from
my point had furthered this process of increasing alienation between
us. Anyway it is a proven phenomenon: the interferon treatment
causes a considerable decrease of libido, a dislike of physical
touch (see f.e. Hepzibah
Kousbroek, “De onzichtbare vijand” – the invisible enemy -
about her hep-c story) and an increase in emotional instability,
a proneness to depression.
No doubt all these thing played a role, but to what extent remains
the question. Of course it is not the cause of our breaking up.
But it was one of the factors in a larger context. Anyway I didn't
bring up the subject too often with M., sometimes alluding to
it casually (probably hoping she would catch the hint). A kind
of pride withholding me. (For the Enneagram specialists: on top
of it I am a typical Enneatype 5).
And
she seemed often almost to forget about my condition and the limitations
implicated in it.
It
is a kind of disease which makes it difficult to share your experiences
for that matter. From the outside you look and seem to act perfectly
normal, but within you are troubled by an array of physical and
psychological draw backs. For me it is hard to share my struggles
and to ask for support.
For more about hepatitis c and my experiences,
go to my diary
June
22
loneliness
II
Woke
up with a feeling of centeredness and solidity.
In the course of the day the shrill pain halfway heart and diafragma
awakened again like a budding dark flower, a hole in the form
of a question mark burning softly and leaping at my brains, which
focussed again on my lost friend. And lo, when I, lying in the
hot sun on the nudist meadow near the lake, turned from back to
belly, I spotted her some meters from me.
Not mere accidental, 'cause this meadow is a favorite spot of
both of us on hot summer days like this one.
She kept a friendly though resolute distance from me, literallly
and relationally when I parted and for a moment sat down with
her and tried my best to bring it to her in the most prudent words
I could find at the moment that I longed for a new approach between
us.
On the way home all kind of feelings leapt at me: some measure
of good feeling I didn't hide as I often do. Some desperation
about my impatience and bad timing. And some questioning myself:
why am I so obsessed suddenly? Am I really wanting her or am I
busy trying to satisfy some need for a new episode in my personal
drama? Can't I actually accept that it's really over between us
and that probably she is in love with someone else in the first
place?
I need badly some calm and clarity in heart and mind.
June 19 '05
loneliness
When
I awoke a thin and shrill pain in the midst of my chest made itself
felt. Not a pain of the flesh, a rustling but sharp feeling of
ungauged lack that went in waves. It couldn't be denied though
at first my mind tried its best with a cavalcade of musings and
images and endeavours for a solution. Just to feel it and embrace
it, my God...
At the bottom is such an immense protest, such an urgent demand
that it stops immediately!
But this place, half way my heart and my solar plexus, wants to
sing its shrill song, never ending throughout my life as it seems
now.
M., come and save me! are repeating words interwoven in the texture
of its subtle adagio. But all my friends and other felow men are
busy being absorbed in their own play of life.
I feel so utterly abandoned.
Outside a clear blue sky is extended above a sunny day, ready
to receive playing and relaxing people.
Yesterday Ben married officially his Gudrun at the town hall.
As a counterpoint to my story of loneliness I include below a
picture of happy Ben and Gudrun and his little Yara on the landing
of the town hall. June 18
Parasja
van de week: Naso, de priesterzegen .
Als
jongetje van zo'n jaar of twaalf ging ik naar de kerk, de protestante
kerk waarbij mijn vader zich had aangesloten. Ik herinner mij
van die diensten vooral hoe lang ze duurden.
Het eerste dat ik deed bij binnenkomst van de hoge bakstenen ruimte
was kijken naar het psalmen- en gezangenbord, hoeveel stond erop,
hoeveel lange verzen moesten wij doorwerken. Vervolgens schaamde
ik mij altijd een beetje over mijn vader, over hoe hard hij meezong
met het traag zich voortslepend gezang van de gemeente. En dan
de langdurige preek van de dominee; naarmate hij vorderde met
zijn preek probeerde ik verlangend aan de intonatie van zijn zinnen
af te leiden of hij aan het eind van zijn betoog was gekomen.
De dominee zond zijn kudde tenslotte naar huis met een zegenspreuk
die hij met geheven handen uitsprak. Die maakte toen op een of
andere manier enige indruk, ik was toch gevoelig voor de schoonheid
en verhevenheid van die woorden.
Het was de priesterzegen uit de parasja Naso, die ook in de protestante
kerk door de voorgangers wordt gebruikt.
Hij staat daar wat plotseling tussen alle ingewikkelde voorschriften
over de al dan niet overspelige vrouw (de z.g. Sota) – middeleeuws
aandoende bepalingen, waar wel mystieke uitleggingen voor zijn
gegeven – , het nazireeërschap – een soort monnikengelofte
die ook wel associaties oproepen met een kuur voor alcoholverslaving
- , en die lange opsomming van de gebrachte inwijdingsoffers voor
de tabernakel.
Opeens
staan daar die schone woorden, die al duizenden jaren worden uitgesproken
en vast wel nog duizenden jaren zullen meegaan:
'Zo moeten jullie (Aharon en zijn zonen) de kinderen van Israël
zegen door te zeggen:
“De
Eeuwige zal u zegenen en behoeden. De Eeuwige moge Zijn gelaat
over doen lichten en u Zijn gunst verlenen. De Eeuwige moge Zijn
gelaat naar u opgeheven houden en u vrede geven”. Zij zullen Mijn
naam op de kinderen van Israël leggen en Ik zal hen zegenen.'
(Bemidbar 6, 23-27).
Oude wijzen vroegen zich wie er nu zegent: zijn het de priesters
of is het de Eeuwige zelf?
De meeste commentatoren komen tot de logisch aandoende conclusie,
dat het de Eeuwige is die zegent maar Hij gebruikt de priesters
als medium. De gemeente roept de zegen van de Eeuwige af door
middel van het vocale instrument van de priesters (zo ongeveer
Hirsch, geciteerd bij
Nechama
Leibowitz).
Zoals in het algemeen de Eeuwige de samenwerking met de mens nodig
heeft.
De commentatoren geven ook betekenis aan de volgorde van de respectievelijke
‘zegenzinnen'. Nechama Leibowitz noemt er een paar (heel kort
samengevat):
De Eeuwige zal u zegenen: slaat op (materieel) succes
en u behoeden: om gespaard te blijven voor rovers, diefstal e.d.
en niet af te dwalen van het juiste pad b.v. in zaken en Tora-studie.
gunst geven: meer in spiritueel opzicht.
Zijn gelaat naar u opgeheven houden en u vrede geven: dit is de
climax, vrede is een preconditie voor alles.
Nechama Leibowitz signaleert een opklimmende orde en toenemende
stuwing in de reeks zegeningen: materieel, dan spiritueel en de
combinatie van deze twee elementen in de vrede. Dat komt tot uiting
in taal en ritme. De eerste zin (in het Hebreeuws) bestaat uit
drie woorden, de tweede uit vijf en de derde uit zeven.
Voor mij hebben alle drie zinnen zowel een individuele als gemeenschapskant
en zowel een materiele ‘buitenkant' als een spirituele ‘binnenkant'.
Ze hebben een onvergelijkelijke en onvergankelijke poëzie
en kracht.
Het is in mijn beleving het hoogtepunt van de dienst, als ze worden
ze uitgesproken.
”Ja-eer panav Adonaj eleicha”, korter en intenser kan het niet.
Je kan het eigenlijk niet goed vertalen. De dominee zei altijd,
conform de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap van
1951: “De HERE doe zijn aangezicht over u lichten”. In de recente
nieuwe bijbelvertaling staat: “moge de HEER het licht van zijn
gelaat over u doen schijnen”. Dat vind ik toch minder. “De Eeuwige
zal u Zijn stralend gelaat toewenden” uit de in liberaaljoodse
kring gebruikte vertaling van Jitschak Dasberg haalt het ook niet
echt.
Laat de echte dichter-vertaler nog opstaan.
juni 10 '05
PMV
May
29
This afternoon the board of the Center PMV convened for the last
time. It was more an informal gathering on the terrace of restaurant
the 'Wolfsberg' ('Wolfe Mountain') with its beautiful view over
the border lands between Holland and Germany near Nymegen. What
for heavens sake is the center PMV? PMV stands for 'Pro Mundi
Vita', latin for 'on behalf of the life of the world'. Now you
still don't know nothing.
The center PMV was a kind of small super market for all kinds
of courses in personal or spiritual growth, lectures, workshops.
It developed out of a local Roman Catholic emancipatory movement
after the Second Vatican Coucil, and turned into a non-denominational
center where in the seventies, eighties and nineties of the past
century the Nymegen citizens could explore the new field of all
kinds of spiritual directions offered to a more and more secularized
world.
Much idealism in running the center was in the game and many voluntaries
gave their best. But giving a solid economical foundation was
not the strong point. As time went by the 'Zeitgeist' and its
orientation were changing.
Economical changes made the municipal policies economize on grants
up till then given to the centers like the PMV.
Circumstances grew more and more unfavorable for surviving. Eventually
there were no longer terms to keep the PMV center alive.
One and a half year ago we stopped all activities and had to dismiss
the personnel And a month ago we finally dissolved the juridical
foundation.
So on this sunny afternoon in May we had a lively conversation
about all kind of topics with a hardly spoken undertone of melancholy
about past times and the often emotional history of ups and downs
the PMV centre went through during its eventful and stirring history.
I myself joined as a voluntary in 1996. From 1998 till the end
of 2001 I chose the kind of courses and workshops and composed
the program booklet published twice a year.
From may 2003 I joined the board, which eventually had to decide
about dissolving this valued part of the Nymegen social world.
The last euro's we spent on coffee, rolls and salad. We spoke
about health, cars,restaurants in Nymegen and God, especially
Intelligent Design (which yes or no had brought us together on
green slopes of the village of Groesbeek).
Below the board on the terrace: left to right:
Good Luck, John Bank, master Wimmel, Reb Rob, Peter Koyoga and
Penny Rose.
May
29
mei
2
een
oude liefde
Toen ik haar laatst na jaren weer zag in de het café van
De Vereeniging in Nijmegen - waar haar man een concert dirigeerde
- viel het me op hoe onveranderd ze is in vergelijking met die
eerste helft van de tachtiger jaren, toen wij een paar jaar met
elkaar gingen.
Goed, een nauwkeurig beschouwer zal hier en daar een rimpeltje
ontdekken of een molligheidje, maar im groszen Ganzen heeft ze
nog dezelfde uitstraling en dezelfde stijl, de wat Slavische jukbeenderen,
de amandelvormige iets-donkerder-dan-cognac ogen, die weerbarstig
dunne haren, die haar altijd tot korte coupes hebben genoopt,
de zo veelbelovende fluister in haar diepe alt en dan haar stijl:
natuurlijk de opvallende hoofddeksels, vaak op de dertigerjaren
vliegeniers cap geinspireerd (had je in je vorige leven iets met
Charles Lindbergh?), maar nu was het bij de ontmoeting in De Vereeeniging
als ik het me goed herinner een flamboyant rood omhoogstekende
baret; en ook jurken en schoenen verraden altijd dat overal herkenbare,
onvergelijkelijke stempel van haar eigenzinnige mode-interpretatie.
En
dat is het opvallende: die stijl van haar uit de tachtiger jaren
is ook in essentie nog steeds haar stijl en hij blijkt niet te
verouderen, hij blijkt bestand tegen alle trends, hypes en doorstaat
met glans alle leeftijdgebondenheid, die mode zo vaak aankleeft.
Maar toch is het meest in mijn herinnering blijven hangen dat
eenvoudige setje uit 1981: een horizontaal zwart wit gestreept
truitje met daaronder een geplisseerd kort rokje van zwart of
donkergrijs plastic-achtig materiaal en aan de voeten roze pumps,
zo stond ze daar dan als ik de deur opendeed van die wat wrakkige
achterbouw, ooit een bakkerij, waarvan ik de meelzolder bewoonbaar
had gemaakt. Laatst bladerde ik in oude papieren en kwam wat poëzie
tegen die ze mij toen heeft ontlokt. Twee verzen ervan – die ik
ook nu zo gek nog niet vind – gingen en gaan trouwens nog steeds
zo:
Besta
je echt?
Ongerust spoor ik je sporen op:
de stof die je vingers dwongen tot jas,
de krullen die je pende tot letters,
scherven chemisch papier
die eens je beeld hebben ontvangen.
Wankele bewijzen tot nader order.
Gesteld
dat je bestaat,
Dan weegt nu je zwaarte op Afrikaanse grond.
Miljoenen leven tussen ons in.
Onze onvertelde gebeurtenissen hopen zich op,
verdringen zich voor een plek in de beraamde bloemlezing.
Zal
je hier ooit nog neerstrijken
om mijn ongeloof aan de kaak te stellen?
-------------------------------------------------------
Ik
mis je
maar je afwezigheid is een
belofte.
Je laat een leegte maar ik ben toch vol.
De
holte van je oksel,
de boog van je rug,
de lenigheid van je lijn,
de sprank van je ogen
hebben mij getekend.
De
vogel in je keel,
het plezier in je stem,
de puzzel in je voorhoofd,
je fluister van pijn
hebben mij verhaald.
Je
telt mijn dagen.
Als
ik het wel heb dan was ze in die tijd op vakantie in Tunesië,
vandaar die Afrikaanse grond en dat verlangen.
Nu wordt ze binnekort twee keer zo oud als ze toen was.
Ach ja, wat ons bond? Behalve dat ik hartstikke verliefd was en
die stijl zo gaaf vond, ook een bepaalde Seelenverwandschaft en
dat ik een soort bruggenhoofd was om de knellende banden met haar
ouders en Heemstede losser te maken en wie weet een soort Karma
dat te maken heeft met de oorlog, subtiele energieën die in
het vaag bewuste half geweten leven
april 22
toppunt
Deze Japanse (of Indische?) kers
staat vlak bij mijn flat.
Hij is nu op het toppunt van zijn bloesembloei.
Het mooiste punt van het jaar is dat: wanneer de Japanse kers
op op volle kracht zijn roze orgie viert, zo net voorbij de helft
van april.
Met leedwezen zie ik altijd de eerste bloesemblaadjes op het grasveld
dwarrelen, het is een kantelpunt, als de Japanse kers down hill
gaat;
wat er verder nog volgt aan groei, bloei en veelkleurige manifestaties
in de natuur, de jeugd van het jaar is voorbij.
Ik heb een takje afgeplukt en in een fles gezet. Die zal morgen
de seidertafel sieren op het Joodse feest van de lente en de bevrijding
uit knellende banden, Pesach.
april 7
page 1
page 3
|