website for the descendants of the Dutch Cassuto's
familiedocumenten/family documents p.3b
family main page| name page | documents | pedigrees | photo galleries | sitemap |
Written Landmarks: pages you will find the content of all kinds of family documents or excerpts or summaries of them; some in original form, some abridged or edited for readability. complete content written landmarks

report by Puck Cassuto-van Zuiden about her experiences in the Pacific war - part 2 part 1

report by Puck Cassuto-van Zuiden about her experiences in the Pacific war, part 2

Below second part of the report by Puck Cassuto-van Zuiden about her experiences in the Pacific war from 1942 until the reunion with Max in january 1946.
It was written somewhere about 1980 on request of her son Rob, me, to whom she as it were is talking. It is a touching report, no doubt mitigated in the description of the hardships experienced.
The picture showed here was taken just after the liberation, Nov. 1945, when she was with son Rob back in Bandung and reunited with father Albert. In the album is mentioned the pic was taken at Pasar Baru ('the new market')

back in Bandung
message of father and husbamd Max
danger in Bandung
departure for Calcutta
Singapore
reunion in Calcutta
reports from Max and Puck
slot

In the first part Puck has descibed the beginning of the Pacific war in Indonesia en the gradual worsening of the situation, the camps in Bandung (Tjihapit) en Moentilan and Banju Biru and at last the capitulation of the Japanese. From Banju Biru she has returned to Bandung with help of her father, nicknamed Opi.

back in Bandung
Jij en ik werden ondergebracht in de school in de Ambonstraat. In een kaal leslokaal. We waren de eersten, en er was niets. Dus wéér met een bultzak* op de grond. Maar we waren vrij, en 't leven in Bandung was toen nog normaal. Opi kwam dus ook bij ons in de school. En geleidelijk kwamen er méér vluchtelingen.

*bultzak = typisch indisch woord ,typical "colonial dutch", matras ,mattress

De toestand verslechterde toch snel. Hoe weet ik niet meer, maar ergens wist de fam. Lakatua* dat we in Bandung waren. We zijn naar ze toe gegaan per "deleman"! En het ontroerende was, dat ze al die lange oorlogsjaren een blik havermout en een blikje melk hadden bewaard. Met het speciale doel, om ze voor jou te gebruiken, als we terug kwamen. Nu, havermout was in die dagen een grote luxe. Ik maakte er inderdaad vele dagen pap voor jou van.

*Lakatua, Ambonnese familie erg loyaal en bevriend aan/met overste Albert van Zuiden, Ambonnese family very loyal and befriended to Albert van Zuiden. Ik herinner mij ook nog een andere Ambonnese familie, fam. Hehanoessa. ,R.C.

De situatie verslechterde snel en een Europese vrouw kon al gauw niet meer zonder gevaar op straat om de boodschappen te doen. Rob Lakatua kwam nu elke dag, om die boodschappen voor ons te brengen. Niet nodig om te vertellen, wat een uitkomst dat was.
Omi beterde ook en werd uiteindelijk naar een "herstellingsoord" gebracht (het Christelijk Lyceum aan de Dagoweg).
Het was natuurlijk verre van ideaal zoals Opi en ik zaten.

and again in a camp
Nu was het oude Tjihapitkamp ingericht voor herenigde gezinnen. Een zgn. gezinskamp. Het werd beheerd door knil-officieren. Opi kende er nog enkelen van. En hoewel we geen echt "gezin" waren, kregen we toch een half huis toegewezen. Wat waren we blij!
Opi had 2 kamers (één zit- en één slaap) en jij en ik sliepen in de (grote) garage. Meubels mocht je zelf "uitzoeken". Die stonden allemaal ergens in ongebruikte huizen en op pleinen. Nu, daar hebben we gebruik van gemaakt. Het huis was zelfs gezellig op den duur.

message of father and husbamd Max, he has survived!
Elke dag ging ik naar de stad naar 't hoofdkantoor v.h. Rode Kruis om te kijken op de lange lijsten, die er hingen. Van Pappa was de naam nog niet te lezen geweest, dus wisten we niet, of hij nog leefde.
Tot in October eindelijk zijn naam er bij stond. Ik heb toen direct geschreven*. En kreeg via iemand die naar Java kwam een brief terug. Het vervelende was echter, dat Pappa in India zat. Zodat de gezinshereniging, die op gang kwam, moeilijk was. Bijna alle mannen kwamen of naar Java, of zaten in Singapore. In India zat maar een heel klein groepje. Dat die eerste briefjes, geschreven op w.c. papier nog aan zijn gekomen, is een wonder. Zoals ook de manier, waarop we naar Calcutta zijn gekomen.
In november kreeg ik een oproep om naar 't Engelse legerkantoor te komen. Daar lag een oproep voor ons, om naar Calcutta te gaan. Samen met mevrouw Pik. Daar ben ik heen
gegaan om kennis te maken. We hadden niet veel hoop, dat er ooit iets van een reis inzat.


* view the original of this letter

insert of Max reports to his parents; he quotes from a letter he got from Puck:

Puck: 25/11 De toestand hier is nog steeds beroerd. Erger zelfs. Dagelijks worden onschuldige menschen gewoon afgemaakt door Inlanders. Ook verdwijnen er ettelijke Gurkha's*….. Eieren en fruit zijn zelfs clandestien niet te krijgen….. Ondanks alles wordt er nog steeds niet ingegrepen en worden de "heeren Indonesiers" hoe langer hoe brutaler.
Voor ons hoef je niet bang te zijn. We zitten in een kamer bewaakt door Gurkha's en er is genoeg eten. Deze toestand is buitengewoon enerveerend en sta ik op afknappen. Hoe lang moet dit nog duren?

*Gurkha's=Engelse huursoldaten uit Nepal

Over Robje: Het leesplankje Jaap, Gijs, Dier enz. kent hij al precies en kan hij de lettertjes goed leggen. Met tellen is hij tot 20. Ook de St. Nicolaasliedjes kent hij nu bijna allemaal….

28/11 Zoo ligt deze brief nog hier. Sinds eenige dagen is het kamp n.l. gesloten en gaat er ook geen post in of uit. In de stad was het reuze "ramé".
Homan bijv. is beschoten, ook 't Denes gebouw enz. enz. Hier was 't rustig tot gisteren.
Toen hebben de onzen een ultimatum gesteld, wat niet is opgevolgd. V. en W. (hoofdcentrum v.d. Rood-Witten, gebouw Verkeer en Waterstaat) is toen onder vuur genomen en was het een reuze gevecht. De kogels vlogen zelfs tot hier toe over het gedek heen.
De Indonesiers waren zoo sterk, dat ze zelfs bijna in het kamp kwamen.
Menschen van buiten (Keyserstraat, Ireneboulevard) kwamen 't kamp binnengevlucht.
Toen hebben de Ghurka's versterkingen moeten halen en hebben een paar Jappen tanks het weer moeten opknappen. En dat hebben ze ook grondig gedaan. Wat een rare toestand niet?
De overwonnenen brengen den reddende hand. Rule Brittania….
We hadden een doods angstige avond en nacht (alles was donker) en had ik mijn evacuatietasch alweer klaar staan. Maar Goddank was het niet noodig.

Robje is weer ziek. Sinds eenige dagen was hij al hangerig en gisteren begon de hooge koorts. Hij hoest weer vreeselijk. Ook zijn buikje is weer heelemaal in de war. Nu zit hij vandaag weer onder de obat en is heelemaal apatisch en eet niets. 't Is wel wanhopig. Nu knapte hij juist zoo goed op en nu dit weer. Maar vandaag heeft hij geen koorts 37 graden, 37.8 en hoop ik dat hij morgen een stuk beter is. Ik had natuurlijk gisteren een vreeselijke dag. De angst voor Rob, de gevechten zoo vlakbij en dan nog de mogelijkheid van een vlucht….

1/12 Even een krabbeltje om je gerust te stellen. Robje heeft n.l. mazelen. Gisteren zat hij ineens vol roode vlekjes en zegt de dokter, dat het buikje en hoest daar inderdaad de verschijnselen van zijn. Robje heeft vanmorgen voor 't eerst wat in zijn schoentje gehad van St. Nicolaas. Wat zuurtjes en een reep chocola uit 't voedingspakket. Hij vond 't natuurlijk geweldig. Vandaag was hij weer koortsvrij en verveelde zich. Dat is gelukkig een teeken van beterschap. Alleen nu oppassen voor tocht.

5/12 V en W is in onze handen en is dat een reuze stuk veiliger voor ons, daar onze straat direct in 't schietveld lag. Moeder is sinds eenige dagen thuis. Ze was zoo nerveus daar alleen dat ze eerder achteruit dan vooruit ging. Toen hebben ze haar maar thuisgehaald. Robbie is alweer op. Tot zoover, Puck.
departure for Calcutta
Maar begin december kwam de oproep. Natuurlijk was ik erg blij. Opi was in zekere zin verzorgd, want omdat Omi zo ziek was (geweest) waren ze geboekt om op de Oldenbarneveld begin januari naar Holland te repatriëren.
Omdat het onveilig in Bandung op straat was, mocht er in convooi naar 't vliegveld "Andir" gereden worden. Nu woonden we, zoals ik al schreef, aan de gedek en buitenkant v.h. kamp. En daardoor kon degene, die ons moest ophalen, ons niet vinden. En wij in de zenuwen maar wachten. Uiteindelijk kwam de jongeman aan in een personenauto.
Van afscheid is er, door de haast, niet veel gekomen. We werden verzameld bij de H.B.S. in de Bilitonstraat. Mevr. Pik en wij tweeën werden ingedeeld bij een Zwitsers gezelschap, waarmee we ook de vliegreis naar Batavia maakten. Maar op Kemajoran mochten wij 3 Nederlanders ineens niet meer mee naar Singapore. Plotseling waren we een 'speciaal engels" geval, en moesten we wachten. Na een hele dag op Kemajoran (vliegveld van Batavia) gezeten te hebben, waren we nog niet weg. We waren woedend en hadden al ettelijke malen gevraagd, hoe het nu zat.
Uiteindelijk werden we 's-avonds naar Batavia gebracht naar een huis, waar allemaal Engelse vrouwen en kinderen zaten. Onze stemming was beneden nul. We zagen ons al hier weer voor eeuwig zitten. Maar de volgende morgen werden we toch vroeg opgehaald en inderdaad naar Singapore gebracht.

insert from Max from letter to his parents:
Hoera, ik heb heel goed nieuws: Puck en Robbie (en Mevr. Pik) zijn 20 Dec. j.l. in Singapore aangekomen op weg naar Calcutta. Hoe vinden jullie dat. Ik ben nog gelukkiger dan na de Japansche capitulatie. Ik had de hoop eigenlijk al opgegeven na al die verhalen, die de menschen die hier van Java aankwamen, me deden, dat het zoo moeilijk was om van Java weg te komen. Maar toen ik zondag uit de kerk kwam wachtte Overste Pik met het telegram dat de heugelijke tijding bracht. Zoodra ze hier aangekomen zijn stuur ik een telegram: Puck arrived.


Singapore
Daar waren we ineens géén speciaal geval meer en werden nu in "het Wilhelminakamp" gestopt. Een héél groot kamp (voornamelijk huizen) waar alle Nederlandse vrouwen en kinderen in werden gestopt, wier mannen daar nà de bevrijding waren heengebracht.
Op het kamp kantoor hebben we de volgende dag ons geval uitgelegd, dat we naar Calcutta moesten.
We werden uitgelachen, men zei, dat daar géén Ned. Mannen waren. Toen we de brieven lieten zien, zeiden ze, dat alle mannen naar Singapore kwamen. Wel kregen we geld, om eten te kopen.
Ik ben toen met mevr. Pik naar het postkantoor gegaan en daar hebben we een telegram naar Calcutta gestuurd. Ook zijn we naar het Mil. Hoofdkwartier v.d. Engelsen gegaan en hebben daar ons "speciaal geval" uitgelegd. Waarover de Ned. Kampleiding erg kwaad was.
We waren ingedeeld op veldbedjes in de voorkamer van een fam. Boyer. Erg aardige Indische mensen. We hadden dus verder niets, en sliepen in de tocht. Daar heb ik een vreselijke kou in 't hoofd opgelopen. En jij kreeg een flinke malaria aanval. Maar met medicijnen was dat gauw over. En mijn vreselijke hoofdpijn werd door één van de dames Boyer (de oude oma) weggepidjied!*

Het was, zoals je kan nagaan een zéér treurige kerstmis, die we daar vierden, hoewel we er toch wel wat van hebben gemaakt. Oude Jaar werd met véél geknal, vooral door de Chinezen, gevierd.
Af en toe gingen er wel vrouwen door naar Thailand (Bangkok). Het was dan wachten op een open plaatsje in een Mil. Vliegtuig. Als dat er niet was, werden ze 's avonds weer naar het Wilhelmina kamp teruggebracht.
Wie schetst de verbazing toen ik 4 Jan. Op kantoor werd geroepen. Daar deelden ze me mee, dat ik de volgende dag met jou en een zekere mevr. Hazebroek naar Calcutta zou vliegen. Niet mevr. Pik tot onze grote schrik. (Die is pas 1 week later aangekomen).

*pidjied = masseren

from Singapore to Calcutta

De volgende morgen vroeg op en per bus naar 't vliegveld. Daar werden we in een bommenwerper geladen. We waren de enige vrouwen, de rest waren allemaal hoge officieren (Engelsen). Die reuze verbaasd waren om vrouwen in hun toestel te zien. Natuurlijk moest alles worden uitgelegd.
Een man was Z. Afrikaan, hij probeerde steeds met jou een gesprek aan te knopen, uiteraard in het Z. Afrikaans. En gaf je alsmaar "pisangs".
Er werd een tussenlanding gemaakt op een noodvliegveld in Burma. Smoorheet was het en erg ongemakkelijk op ijzeren banken langs de zijwand v.h. toestel. Ook nog een tussenlanding ergens in niemandsland. Maar 's avonds om ± 9 uur waren we toch op Dum-Dum (het vliegveld v. Calcutta) aan. Toen per bus naar de stad (± 3 kwartier) naar het "Grand Hotel", waar een soort hoofdkwartier van de militairen was.
Ik wilde de bus niet uit, want ik wist dat Pappa in het Alipore Transit Camp zat, maar ik moest de bus uit, naar ze zeiden om me te melden. Nadat ik dat had gedaan, was de bus natuurlijk weg. Ik was woedend en wilde met een taxi verder. Maar dat mocht niet want het was 's avonds voor een vrouw alléén niet veilig, zei men. Ondertussen was het 11 uur geworden. Ook telefoneren was niet mogelijk, het bleek dat de lijnen niet altijd goed werkten.

reunion in Calcutta
Ondertussen zat jij, als een zielig klein hoopje in een regenjasje in de hall op een bankje. De manager van het Grand Hotel kreeg medelijden met je. En stelde voor, dat we dan maar daar de nacht moesten doorbrengen. Hij zei: "breng eerst dat ventje maar naar bed, dan zullen we morgen verder zien." Dat heb ik toen gedaan. Maar net waren we op de kamer, of er kwam toch een telefonisch contact met het Transit-camp. En daar was de stem van pappa, die natuurlijk vreselijk blij en verrast was. Hij kwam direct ons halen, zei hij. Zo waren we om ± 12 uur 's nachts eindelijk aan. Wat een avontuur dus! In het Camp werden we vorstelijk ontvangen. Er was speciaal voor ons een appartement ingericht. Een zitkamer, een slaapkamer en een badkamer + w.c.
Mrs Page, de huishoudster v.h. kamp heeft je geweldig verwend. We mochten alles voor je vragen en net zoveel melk als je wilde. Ze schrok van je magere lichaampje. Zoals je weet, kwamen 20 jan. de Albarda's aan.

from Max his letters to his parents:

Calcutta 7 Januari 45 (46)

Lieve Vader en Moeder, Ernest, George,
't Ongelooflijke is waar geworden. Puckje en Robbie zijn hier aangekomen, den 4den Januari.
Ik zond jullie gisteren een telegram. Het is alles erg merkwaardig gegaan. Overste Pik en ik belden de laatste dagen altijd het vliegveld op om te informeeren of ze aangekomen waren.
Den 4den ook weer. Natuurlijk was 't weer mis, maar, zei de man op 't vliegveld, vanavond om half elf komt er nog een laat vliegtuig uit Singapore.
Dus belden we om kwart over tien op, met niet de minste hoop,
Ja 't vliegtuig was al aangekomen. En op mijn vraag of er 2 Hollandsche dames mee waren gekomen zei hij: Ja, with a little boy. Ondanks onze instructie's had hij ze naar 't Grand Hotel gestuurd.
Toen we daarheen opbelden, wachtte de arme overste Pik een groote teleurstelling. Zijn vrouw was er niet bij, Puckje en Robbie waren er met een andere Holl. dame. O, 't was echt een domper op Puck's en mijn vreugde. Want wat heeft die man niet gedaan om ze hier te krijgen.
Enfin ik ben onmiddellijk naar ze toegereden met een truck en daar zaten ze te wachten erg moe, maar doodgelukkig. Puckje zag er goed uit, niets veranderd en Robbie is een schat, nog veel liever dan ik me had durven denken* . Alleen is hij erg magertjes. Hij praat den heelen dag aan één stuk door. Hij heeft zich al heel erg aan me gehecht en is erg aanhankelijk, dank zij het feit dat Puckje zijn gedachten aan mij altijd levendig heeft gehouden. Hij vraagt nu den heelen dag wanneer hij naar Opa en Oma en Oom George en Ernest in Holland gaat.
Nu dat zal wel heel gauw gebeuren. We gaan denkelijk per boot.
O, wat zullen jullie gek op hem zijn. Ik heb hem gisteren een speelgoed jeep gekocht, waar hij den heelen dag zoet mee speelt en dan heele gesprekken met zich zelf houdt.

Gisteren ontving ik jullie brieven d.d. 24 en 28/12 en vandaag die van 30/11, de laatste dan erg laat.
Ik heb onmiddellijk pantoffels voor Vader gekocht, maar ze nog steeds niet weg kunnen krijgen.
Het zenden per aangeteekende brief is onmogelijk, niet te betalen. We zitten hier in een Transitcamp.
De menschen hebben alles gedaan om 't ons zoo gezellig mogelijk te maken.
We hebben 2 kamers, één voor Robbie, een voor ons en badkamer annex. Speciaal voor ons ingericht, want het is hier natuurlijk heelemaal niet op gezinshuisvesting ingesteld. Neen, we hebben niets dan vriendelijkheid van de Engelschen ondervonden. Het eten is heel goed en Puckje geniet echt van alles, want in Singapore was 't vreeselijk. Robje at bijna niets, nu gaat 't beter.
We zullen indien het kan, zooveel mogelijk meenemen, ik zal wat geld zien te krijgen.
Maar tapijten zal wel niet gaan, gezien de ruimte. Je moet niet vergeten, dat de schepen tjok en tjokvol zijn. Normaal kom je als burger hier niet weg. Nu, lieve menschen volgende keer meer. Ik ben erg gelukkig en hoop gauw bij jullie te zijn. Heel veel liefs van jullie liefh. Max.

(in gewoon grotemensenhandschrift: )

Lieve Opa en Oma, Oom Ernest en Oom George,
Ik ben eindelijk bij Pappie. Ik verlang heel erg naar U allemaal. Ik kom gauw bij U. Wat zal ik blij zijn met de beertjes van Oom George. Ik zal goed eten en weer gauw dik worden. Pappie vertelt mooie verhaaltjes. En als ik in Holland ben zegt pappie, gaat opa mij veel mooie verhaaltjes vertellen. Veel zoentjes voor U allemaal van Robbie.


(bijschrift Puck) Lieve Vader, Moeder en broertjes,
Eindelijk dan de 1e brief van ons drietjes. Hopelijk krijgt u hem gauw. Ik ben dolblij, hier te zijn en geniet onnoemlijk. Ik hoop alleen, dat Vader en mams nu ook gauw weg kunnen komen. Ze zitten daar nu zo alleen. Maar alles zal in orde komen, daar ben ik van overtuigd. Ik zag jullie foto's. En wat een groot vogeltje** is dat nu. Mag ik dat nog wel zeggen? Vader + Moeder zijn niets veranderd. Ik hoop heel gauw bij jullie te zijn. Volgende keer meer. Dag lieve allemaal, heel veel liefs en zoen v. Puck.

* Puck introduceerde Robje aan zijn vader met de woorden: "Die meneer is nu jouw vader".
** "Vogeltje" was bijnaam van George, jongste broer van Max, toen 15 jaar.

Calcutta 11 Jan. 46

Lieve Vader, Moeder, Ernest, George,
Er vertrekt morgen een familie per vliegtuig naar Holland en die wil deze brief meenemen.
Ik hoop dat jullie 't telegram ontvangen hebben, meldende Puckje's aankomst in Calcutta.
Je kunt je voorstellen hoe gelukkig ik ben met mijn twee schatten bij me. Er is niet veel meer over van 't schuchtere, bedeesde Puckje van vroeger. Ze is een flinke vrouw geworden en Robje is een schattig kereltje. Dankzij Puck's opvoeding staat hij helemaal niet vreemd tegenover me en zijn we al erg met elkaar vertrouwd. Zijn stemmetje staat den heelen dag niet stil. Hij ziet er wat magertjes uit, maar ik vind dat hij nu na een week er al stukken beter uitziet.

We zitten nu in 't Alipore Transit Camp waar de Commandant, voor de fam. Pik en ons een speciale regeling getroffen en hebben we een voorkamer (waarin Robbie slaapt) een slaapkamer en een badkamer. Zoo aardig als de Engelschen zijn, zoo weinig sympathie merken we van de Hollanders hier.

Zoo zitten we, behalve de toelage die ik als een POW krijg, zonder cent. Noch de Consul noch de Factory of Handelsbank wil ons helpen. We zullen nu aan den Consul generaal schrijven, die in Simla zit en vragen of hij ons wat geld wil geven, maar 't zal wel een tijd duren eer dat loskomt, als 't komt.
We hebben passage aangevraagd bij de Rapwi (de organisatie voor repatrieering van POW's), en hoop ik dat ik voordat ik vertrek iets op mijn request gehoord heb.
Is dat niet 't geval dan ga ik toch, want ik heb 3 maanden ziekteverlof gekregen en ik kan nu mijn gezin hier is niet langer in Calcutta blijven.
De Engelschen zeggen nu, je gezin is hier, nu zoo spoedig mogelijk naar Holland.

Als ik in Holland ben zullen mijn zenuwen wel tot rust komen, ik heb erg, momenteel erg veel last van. Trouwens de doktoren in 't kamp zeiden altijd dat 't een heelen tijd zou duren eer ik weer heelemaal de oude zou zijn.
Hier een paar kiekjes, Puck heeft er heel wat bij zich.
De pantoffels voor Vader neem ik mee, ik kan ze hier niet wegkrijgen.
Ik heb alle mogelijke moeite gedaan. Ik zal ook een paar voor George koopen.
Dag lieverds, heel veel liefs en een innige omhelzing van Max.

Lieve Allemaal,
Even in haast een paar krabbeltjes. We genieten hier echt. Gelukkig is de kou ook wat minder. Robje geniet en staat zijn mondje geen oogenblik stil. Hij eet alleen nog slecht. Jammer, want 't eten is hier nu juist zo goed voor hem. Maar hij drinkt veel melk. Deze brief moet weg en eindig ik nu. Bekijken jullie de kiekjes maar fijn samen. Tot spoedig weerziens en een innige zoen van steeds Uw aller Puck.

slot
En eind April zijn we, met de Bombay-mail, naar Deolali gereisd, en verder via Southampton naar Londen. Daar bleven we 3 dagen bij Wim v. Emden en toen met de boot naar Hoek v. Holland, waar we 5 mei aankwamen.
Wat eigenlijk al deze gebeurtenissen voor indruk op je hebben gemaakt, weet ik niet. Het moet volgens mij enorm zijn geweest. Maar ook toen al was je erg gesloten en zei niet veel. En ikzelf was nog erg jong. En drong het niet allemaal tot me door, wat deze belevenissen voor indruk op je hebben gemaakt.

content written landmarks

page 1
. letter Max Oct. 28 1945
page 1a. letter Max Nov. 19/20 1945
page 1b. letters Max December 1945
page 2. letter Ies and Lien Cassuto 1945
page 3. report Puck Cassuto about Pacific war, part 1
page 3b. report Puck Cassuto about Pacific war, part 2
page 3a.first letter Puck Cassuto + Albert v. Zuiden after Pacific war
page 4. George Cassuto Izn.: his memories of WW II; until hiding

page 4a. George Cassuto Izn.: his memories of WW II, first time in hiding
page 4b. George Cassuto Izn.: his memories of WW II, 1943 and 1944
page 4c. George Cassuto Izn.: his memories of WW II, liberation and aftermath
page 4d. George Cassuto Izn.: his memories of WW II, impact on later life

page 5. Hetty Winkel
page 6. Kamp Moentilan
page 7. 1941: Ies Cassuto in het Oranjehotel

back to family main page   to home
page Rob Cassuto