,

              BOEK

home
| poetry| essays | columns | familyhumour | links |


REIZEN DOOR DE TORA
Een eigenzinnig commentaar van een Joodse lezer bij de eerste vijf bijbelboeken Het komt uit in twee delen.
Deel I,
Van het Begin naar de Berg: Genesis en Exodus veschijnt eind september bij
Sichting PaRDeS. Hieronder de Inleiding

Inleiding

Study is a way of telling the story, this is the autobiography of the Jewish people, through the medium of its forms of life. Is it true? I have no idea. I can just tell you that Jews heard the story, and interpreted it in a certain way, to make it their story. The interpretive process was never interested in fact. It was: can this story tell me something about my life?

David Hartman in een interview op Tablet Magazine , februari 2013

De Tora

Het is wonderlijk te beseffen dat een geschrift waarvan meer dan drieduizend jaar geleden de kiem is gelegd tijdens de trektocht van seminomadische stammen door een Midden-Oosterse woestijn , drie millennia lang een onuitwisbaar stempel heeft gedrukt op cultuur en beschaving. Dat geschrift is bekend onder de naam Tora (letterlijk ‘onderwijzing'), zeg de eerste vijf boeken van de Bijbel. De verhalen en de richtlijnen van Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium – samen de Tora – vormen de hoeksteen van het Jodendom, maar behoren tegelijk tot het cultureel erfgoed van een groot deel van de mensheid. Die boeken bevatten de scheppingsverhalen met Adam en Eva, Noach en de zondvloed, Abraham en zijn monotheïstisch inzicht, en de spannende verhalen van zijn kinderen en kleinkinderen. Ze vertellen over de uittocht van Abrahams talrijk geworden maar geknechte nageslacht uit Egypte en de lange zwerftocht op weg naar het beloofde land door de woestijn, waar het volk zich verbond om de daar geopenbaarde Tien Uitspraken (Geboden) samen met een geheel van rituele en morele regels op zich te nemen. Dat alles inspireert nog steeds niet alleen de Joden en de christenen (die de vijf boeken als hun geloofsgoed hebben opgenomen), maar ook seculiere kunstenaars, filosofen, musici en schrijvers. Nog steeds is de Tora het waard om te lezen en te bestuderen en is de actualiteit van de Tora aan te tonen, waarvan hopelijk ook dit boek getuigt.

De Tora maakt deel uit van wat ik maar even de Joodse Bijbel noem, het geheel van de Joodse canonieke geschriften dat ongeveer samenvalt met het christelijke Oude Testament. In het Jodendom noemt men dat geheel Tenach of Tanach, een acroniem voor Tora, Nevieïem (profeten) en Ketoeviem (geschriften). De Tora omvat de eerste vijf boeken van Tenach. Die vijf boeken hebben naast hun bekende Grieks-Latijnse namen in het Jodendom Hebreeuwse namen, die ontleend zijn aan het eerste belangrijke woord van de tekst: Beresjiet (dat is dus Genesis), Sjemot (Exodus), Wajikra (Leviticus), Bemidbar (Numeri) en Devariem (Deuteronomium). Onder Nevieïem vallen boeken als Jozua, Rechters, Samuël, Koningen, de profeten Jesaja en Jeremia en de andere profeten. Onder Ketoeviem vallen de andere Bijbelse geschriften, zoals Psalmen, Kronieken, Job, Spreuken, Prediker en overige.Verder zullen we voornamelijk de Hebreeuwse namen in Nederlandse transcriptie volgens Sofeer.nl gebruiken.

De meeste Bijbelgeleerden nemen aan dat de Tora in zijn huidige vorm is vastgelegd na de Babylonische ballingschap op basis van een aantal vele eeuwen oudere bronnen. Een van de belangrijke leidsmannen van het teruggekeerde volk uit de Babylonische ballingschap was Ezra ha-sofeer (de schrijver/geleerde, ongeveer 450 voor de gangbare jaartelling), die een belangrijke rol heeft gespeeld in het bewaren, redigeren en vastleggen van de overgeleverde geschriften.

In de laatste twee eeuwen hebben veel meestal christelijke Bijbelwetenschappers de theorie ontwikkeld dat de Tora een soort lapwerk is van verschillende bronnen die ‘aan elkaar geflanst' zijn, wat aantoonbaar zou zijn door verschillend woordgebruik, niet-kloppende verhaalonderdelen, verschillen in stijl et cetera. Die nog steeds gangbare theorie heet de documentary hypothesis .

In deze theorie worden vier ‘schrijvers' verondersteld:  E  (van elohist) die onder andere als naam voor de Eeuwige vooral Elohiem gebruikt,  J  (van jahvist) die onder andere het tetragrammaton YHVH (uitgesproken als ‘Adonai') als naam voor de Eeuwige gebruikt,  P  (van priestercodex) die veel met filosofische en priesterlijke zaken bezig is (men associeert hem wel met Ezra) en D  die het boek Deuteronomium zou hebben geschreven. Met name in het scheppingsverhaal zouden twee schrijvers herkenbaar zijn, het begin – tot Beresjiet/Genesis 2 vers 4 – zou zijn geschreven door  P , de priesters, en daarna neemt  J  het over met een inderdaad nogal in een aantal aspecten verschillend getoonzet verhaal over het paradijs en Adam en Eva.

De documentary hypothesis is door meerdere geleerden bestreden, met name door mijn beroemde naamgenoot, Bijbelwetenschapper en kenner van oud-Semitische talen Umberto Cassuto z.l. (1883-1951), die wel erkent dat de Tora uit verschillende bronnen put maar toch door één geïnspireerde, welbewuste en krachtige hand tot een eenheid is geredigeerd. Zijn degelijke weerlegging van de documentary hypothesis heeft hij vastgelegd in zijn boek The Documentary Hypothesis, and the composition of the Pentateuch . 1 Met name de discrepanties in het scheppingsverhaal van Beresjiet/Genesis weet hij goed te verklaren. Van zijn minutieus commentaar op Genesis en Exodus maak ik dankbaar gebruik.

Ook Cassuto's collega van destijds aan de Hebreeuwse universiteit van Jeruzalem, de Joodse filosoof Martin Buber, ziet in de Tora een goddelijk geïnspireerde bron waar later wel andere stukken uit het volksverhalenerfgoed omheen zijn gegroeid, maar waar toch een authentieke Mozaïsche hand herkenbaar blijft.

Emmanuel Levinas, geestverwant van Buber, meent ‘dat het grote wonder van de Bijbel geenszins bestaat in de gemeenschappelijke literaire oorsprong, maar – andersom – in de ineenvloeiing van uiteenlopende literaturen naar een zelfde wezenlijke inhoud toe. Het wonder van de ineenvloeiing is groter dan het wonder dat er maar één auteur is. 2 Daar sluit ik me graag bij aan.

Misjna en Talmoed

Wat hieronder volgt is een heel bondig overzicht van ‘wat er na de Tora kwam'; een uitgebreid overzicht is te vinden in het boek Wat na de Tora kwam van drs. R.C. Musaph Andriesse. 3

In het Jodendom kan de geschreven Tora, de Tora sjebichtav , niet los worden gezien van wat wordt genoemd de ‘mondelinge Tora', de Tora sje be-al pee . In de orthodoxe opvatting zijn samen met de Tora op de berg Sinaj (Sinaï) ook de uitwerking in nadere bepalingen en de belangrijkste uitleggingen van de Tora aan Mosjee (Mozes) gegeven. Deze zijn niet opgeschreven maar van generatie op generatie doorgegeven. Of je nu gelooft dat ze letterlijk aan Mosjee gedicteerd zijn (zoals de orhodoxie doet) of niet, ze kunnen worden beschouwd als geïnspireerd door de sfeer van Sinaj. Je zou ook kunnen zeggen dat op de berg Sinaj naast de schriftelijke Tora ook de potentialiteit is gegeven van verdere juiste uitleg en aanvulling.

Historisch gezien bestond er waarschijnlijk al een corpus van allerlei voorschriften voordat de Tora werd gegeven; voorschriften en rechtsregels die daarnaast bleven bestaan, werden aangepast en later werden aangevuld. Toen de Romeinen de tempel in 70 van de gewone jaartelling hadden verwoest en de priesterstand zijn functie had verloren, werd het heersende taboe om de mondelinge Tora op te schrijven doorbroken. Een aantal ‘vroege' rabbijnen onder leiding van Jehoeda ha-Nassi (tweede eeuw) legde de enorme massa rond de Tora gegroeide leefregels en tradities betreffende het daagse leven vast in de Misjna, een omvangrijk werk dat allerlei levensgebieden bestrijkt: landbouw, gebeden, familierecht, strafrecht, sjabbat, de Joodse feesten en rituelen, voeding et cetera. De Misjna werd daarna druk bestudeerd en bediscussieerd door vele generaties rabbijnen. Die discussies van eeuwenlang – tot ongeveer het jaar 500 – zijn ook vastgelegd en heten tezamen Gemara. Misjna en Gemara vormen samen de Talmoed, in fysieke vorm een hele plank van lijvige boeken. De Talmoed bestaat in twee varianten, genoemd naar hun plaats van ontstaan: de Jeruzalemse Talmoed ( Talmoed Jeroesjalmi ) en de Babylonische Talmoed ( Talmoed Bavli ), welke laatste het meest wordt geraadpleegd. Uitspraken en discussies die niet in de Talmoed zijn opgenomen maar wel verwant zijn en van belang zijn, zijn te vinden in de zogenaamde Tosefta en Baraita.

De Misjna is verdeeld in zes ‘ordes', die weer verdeeld zijn in een menigte zogenaamde traktaten. Zo bevat bijvoorbeeld de orde ( Seder ) Zeraïem  (‘zaden', wetten met betrekking tot de landbouw) elf traktaten, waaronder het traktaat Berachot (‘zegenspreuken'), dat gaat over allerlei soorten gebeden en zegenspreuken. Een traktaat is weergegeven in folio's (de grote bladzijden van de oorspronkelijke negentiende-eeuwse druk) en dat is de basis op grond waarvan wordt geciteerd. Een citaat over dromen (de Talmoed is nogal associatief) uit het traktaat Berachot wordt dan vermeld als ‘Talmoed Berachot (folio) 55b' (elk folio is verdeeld in a en b). Op de folio's wordt (bijna) elke passage uit de Misjna gevolgd door een rabbijnse discussie – die noem je dus Gemara. Op het folio 55b van Berachot lees je bijvoorbeeld dan een deel van de rabbijnse discussie over dromen naar aanleiding van een passage in de Misjna over diverse soorten zegenspreuken op folio 54a, waar de schijnbaar ver afdwalende discussie wordt gestart. Een belangrijke steun bij het lezen van de Talmoed is het klassieke notenapparaat, dat ook vaak wordt weergegeven.?

Midrasj  

In die eerste eeuwen na het begin van de gangbare jaartelling zijn nog vele andere geschriften ontstaan die uitleg en verklaring van de regels van de Tora in de praktijk geven. Men noemt die uitleggingen en verklaringen ‘midrasj'. De midrasj waaiert uit van geschriften, commentaren en discussies die de Tora uitpluizen op de daaruit af te leiden leefregels tot en met teksten met anekdotes, volksverhalen en legenden die licht op de Tora werpen of deze fantasierijk opsieren. De eerste soort noemt men midrasj halacha (halacha = ‘het gaan volgens de regels'), de tweede soort midrasj aggada (aggada = vertelling). Veel midrasj halacha en midrasj aggada is in de Talmoed opgenomen, maar enorm veel is te vinden in allerlei collecties die nog steeds bij Bijbelstudie worden geraadpleegd. Ze hebben vaak betrekking op een van de Bijbelboeken. Voor Beresjiet/Genesis heb je bijvoorbeeld het geschrift Beresjiet/Genesis Rabba. Voor Sjemot/Exodus zijn er twee belangrijke oeroude midrasj-verzamelingen: Sjemot/Exodus Rabba en de zogenaamde Mechilta, en zo verder. Er zijn nog talloze andere midrasj-verzamelingen. De midrasj-periode duurde tot ruim in de tiende eeuw van de gewone jaartelling.

Commentaren  

Vanaf de vroegste Middeleeuwen tot de moderne tijd hebben rabbijnen en andere geleerden zich beziggehouden met minutieuze uitleg van en degelijk commentaar op de Tora, voortbouwend op de geschriften van hun voorgangers en gebruikmakend van hun fenomenale kennis van het Hebreeuws. We noemen als belangrijkste middeleeuwse commentator Rabbi Sjlomo ben Jitschak (1040-1105), die zowel de Tora als de Talmoed van zijn nuchtere gezaghebbende verduidelijking heeft voorzien. Hij wordt altijd aangeduid met zijn acroniem Rasji. Nog vele bekende commentatoren spelen een rol in de wereld van de Joodse Bijbelstudie. We noemen in dit sobere overzicht nog Abraham Ibn Ezra (1089-1164), Rabbi Nachman ben Mosjee (vergriekst tot Nachmanides, acroniem Ramban, 1194-circa 1270), Isaac ben Mosjee Arama (circa 1420-1494) en Ovadja Sforno (1475-1550). Ook in nieuwere tijden zijn en worden nog altijd commentaren op de Tora geschreven. Een heel bekende is het commentaar op de vijf boeken van Nechama Leibowitz, die creatief en grondig eerdere commentaren in haar beschouwingen ( ijoeniem ) heeft verwerkt.

Niet onvermeld mag blijven Rabbi Mosjee ben Maimon (vergriekst tot Maimonides, acroniem Rambam, 1135-1204), de enorm invloedrijke filosoof en geleerde die het hele Joodse gedachtegoed tot dan heeft samengevat in een systematisch werk, de Misjnee Tora .

Voor de gemiddelde niet-geleerde Jood zijn er codificaties van de voorschriften en leefregels op basis van de Talmoed en verwante geschriften gemaakt. Het samenstel van al die leefregels voor de Joodse leefwijze samen met de interpretaties ervan voor de praktijk heet Halacha . Een systematische en welhaast complete uiteenzetting daarvan heeft zijn meest definitieve verwoording gekregen in een omvangrijke vierdelige compilatie onder de naam Sjoelchan Aroech (‘gedekte tafel') van de hand van rabbijn Yosef Caro (1488-1575), een werk dat nog steeds gezaghebbend is in de orthodoxe Joodse wereld. Het beslaat vele kloeke delen. Een verkorte vorm zag het licht onder de naam Kitsoer Sjoelchan Aroech , die ook in het Nederlands is vertaald.

Een speciale esoterische uitleg van de Tora heeft zich ontwikkeld in de Kabbala. Een centraal werk is de Zohar , een esoterisch Bijbelcommentaar, toegeschreven aan de tweede-eeuwse Rabbi Sjimon bar Jochai (Rashbi), maar waarschijnlijk in de twaalfde eeuw geschreven door Moses de Leon, die putte uit oude mystieke tradities rond deze oude wijze. In de Kabbala wordt de Tora gezien als één lange naam van de Eeuwige. De kabbalist leest uit de Tora en zijn woorden, namen en letters diepere en verborgen betekenissen, die in hun diepzinnigheid en vaak moeilijke toegankelijkheid een grote attractie uitoefenen op de volhardende spirituele zoeker. In de kabbalistische gemeenschap van het zestiende-eeuwse Tsfat (Palestina) stak Rabbi Isaac Luria de kabbala als het ware in een nieuwe jas; hij transformeerde op basis van de Zohar de kabbala tot een systeem van mystieke theologie, dat de grondslag is gebleven voor de latere Joodse mystiek. Het bekendst uit de kabbala bij een groter publiek is de zogenaamde Boom des Levens ( Tree of Life , Ets Chaim ) met zijn tien scheppingsprincipes, de zogenaamde sefirot . Een enkele keer zal ik trachten een glimp hiervan op te vangen en weer te geven.

In het Oost-Europa van de achttiende eeuw kwam het chassidisch Jodendom op, een Jodendom dat minder hechtte aan geleerdheid en aan intensieve studie van Tora en Talmoed, maar zich meer richtte naar mystieke beleving, momenten van extase en vreugde, iets wat bij het arme en door pogroms geteisterde volk in Oost-Europa meer aansloeg dan het strikte wettische en studiegerichte intellectuele Jodendom dat zich vooral centreerde in Litouwen. De chassidische groeperingen van tegenwoordig, met elk hun eigen Rebbe en bijbehorende ‘klederdracht', handhaven in hun leefwijze een strikt Jodendom en zijn thans te rekenen tot de ultraorthodoxe vleugel. Hun tradities bergen intrigerende verhalen en legendes, schatten van Joodse wijsheid, die deels onder een groter publiek bekend zijn geworden door het enthousiasme van de filosoof Martin Buber en zijn geschriften, waaronder de bekende Chassidische vertellingen .

In de negentiende eeuw, na de Franse Revolutie en als uitvloeisel van de Verlichting, splitste het aanvankelijk toch vrij ongedeelde Jodendom zich uit in een waaier van stromingen. Er ontstonden het orthodox Jodendom en het liberaal Jodendom in verschillende varianten. Veel Joden verlieten de Joodse traditie en seculiere stromingen kwamen op, zoals het zionisme. Heel kort door de bocht: de liberaalreligieuze Joden zien over het algemeen de Tora als een goddelijk geïnspireerd ( min ha-sjamajiem ), door mensenhand bemiddeld boek. Ze staan meer open voor aanpassing van het oude aan nieuwe omstandigheden en staan vrijer tegenover de Halacha. De orthodox georiënteerde Joden zien de Tora als een letterlijk door God geschreven geschrift ( min ha-Sinaj ). Ze nemen de klassieke Halacha in acht en houden meer vast aan het oude als onveranderbare gegevenheid. Een meer met moderne omstandigheden rekening houdende orthodoxe stroming noemt zich ‘modern orthodox'.

De parasja van de week

Eens per week tijdens de ochtenddienst op sjabbat wordt er uit de Tora gezongen of gereciteerd. Het is een hoogtepunt in de dienst. De Torarol, de sefer Tora , word uit zijn kast ( aron ) gehaald, na een plechtige ommegang op de lessenaar gelegd en ontdaan van zijn schild, mantel en lint. Nu kan degene die is opgeroepen voor lezing uit de Tora een zegenbede ( beracha ) uitspreken en kan het lezen of zingen uit de dan opengerolde Tora beginnen, waarbij men met het zilveren aanwijsstokje (jad ) de woorden van de te lezen passage volgt. Na de recitatie uit de Tora (in zeven beurten) volgt de lezing uit de profeten (de haftara ), waarbij iedere week zijn eigen haftara heeft.

De hele Tora wordt in één jaar gelezen 4 ; iedere sjabbat komt er een stuk aan bod. Daartoe is een verdeling aangebracht in 54 weekgedeelten. Zo'n weekgedeelte wordt parasja of sidra genoemd. Wij gebruiken voortaan het woord parasja (of parasjat wanneer een bijbehorend Hebreeuws woord of Hebreeuwse naam volgt), meervoud parasjot . De jaarcyclus van lezing van de parasjot begint met de eerste parasja van het boek Beresjiet/Genesis en eindigt een jaar later met de lezing van de laatste parasja van het boek Devariem/Deuteronomium. Die wisseling van de wacht gebeurt op het feest van Simchat Tora (Vreugde der Wet), dat in de herfst valt.

De inpassing van de 54 parasjot in de jaarcyclus valt nog niet mee. De Joodse jaarkalender is een maankalender en verschilt van de in de westerse samenleving algemeen gebruikelijke zonnekalender. De Joodse maanden hebben 29 of 30 dagen. Joods Nieuwjaar ( Rosj Hasjana ) valt in de regel in september of begin oktober. In een telkens terugkerende periode van negentien jaar wordt zeven keer een schrikkelmaand toegevoegd en wel in het derde, zesde, achtste, elfde, veertiende, zeventiende en negentiende jaar. Deze schrikkelmaand heeft in de regel 30 dagen, waardoor men na negentien jaar weer in de pas loopt met de zonnekalender. Welke parasja op welke sjabbat valt is enigszins afhankelijk van het feit of het een schrikkeljaar is of niet. In een gewoon jaar zijn er 50 of 51 sjabbatot (meervoud van sjabbat ). In de Pesach-week en in de Soekot-week (Loofhuttenfeest) worden er aparte stukken uit de Tora gelezen. Dat beperkt het aantal voor de parasja beschikbare weken. Daarom worden in bepaalde weken bepaalde parasjot gecombineerd en gelezen als één. In een schrikkeljaar zijn er vier weken meer beschikbaar, maar heeft een enkele sjabbat toch twee porties, omdat sommige Joodse feestdagen op sjabbat vallen en hun eigen stukken uit de Tora hebben.

Meestal gaat de derasja (preek) van de rabbijn of de voorganger in de ochtenddienst van sjabbat over de parasja die in die week gelezen wordt: de parasja van de week. De meeste commentaren op de Tora hanteren dan ook de indeling van de Tora in parasjot. Dat geldt ook voor dit boek.

De 54 parasjot zijn (de parasjot zijn genoemd naar het eerste woord van hun tekst):

Genesis/Beresjiet

Beresjiet Genesis/Beresjiet 1:1-6:8

Noach Genesis/Beresjiet 6:9-11:32

Lech Lecha Genesis/Beresjiet 12:1-17:27

Wajera Genesis/Beresjiet 18:1-22:24

Chajee Sara Genesis/Beresjiet 23:1-25:18

Toldot Genesis/Beresjiet 25:19-28:9

Wajetsee Genesis/Beresjiet 28:10-32:3

Wajisjlach Genesis/Beresjiet 32:4-36:43

Wajesjev Genesis/Beresjiet 37:1-40:23

Mikeets Genesis/Beresjiet 41:1-44:17

Wajigasj Genesis/Beresjiet 44:18-47:27

Wajechi Genesis/Beresjiet 47:28-50:26

 

Exodus/Sjemot

Sjemot Exodus/Sjemot 1:1-6:1

Waëra Exodus/Sjemot 6:2-9:35

Bo Exodus/Sjemot 10:1-13:16

Besjalach Exodus/Sjemot 13:17-17:16

Jitro Exodus/Sjemot 18:1-20:23

Miesjpatiem Exodus/Sjemot 21:1-24:18

Teroema Exodus/Sjemot 25:1-27:19

Tetsavee Exodus/Sjemot 27:20-30:11

Ki Tisa Exodus/Sjemot 30:11-34:35

Wajakheel Exodus/Sjemot 35:1-38:20

Pekoedee Exodus/ Sjemot 38:21-40:38

 

Leviticus/Wajikra

Wajikra Leviticus/Wajikra 1:1-5:26

Tsav Leviticus/Wajikra 6:1-8:36

Sjemini Leviticus/Wajikra 9:1-11:47

Tazria Leviticus/Wajikra 12:1-13:59

Metsora Leviticus/Wajikra 14:1-15:33

Acharee Mot Leviticus/Wajikra 16:1-18:30

Kedosjiem Leviticus/Wajikra 19:1-20:27

Emor Leviticus/Wajikra 21:1-24:3

Behar Leviticus/Wajikra 25:1-26:2

Bechoekotai Leviticus/Wajikra 26:3-27:34

 

Numeri/Bemidbar

Bemidbar Numeri/Bemidbar 1:1-4:20

Naso Numeri/Bemidbar 4:21-7:89

Behaälotcha Numeri/Bemidbar 8:1-12:16

Sjelach Lecha Numeri/Bemidbar 13:1-15:41

Korach Numeri/Bemidbar 16:1-18:32

Choekat Numeri/Bemidbar 19:1-22:1

Balak Numeri/Bemidbar 22:2-25:9

Pinchas Numeri/Bemidbar 25:10-30:1

Matot Numeri/Bemidbar 30:2-32:42

Masee Numeri/Bemidbar 33:1-36:13

 

Deuteronomium/Devariem

Devariem Deuteronomium/ Devariem 1:1-3:22

Vaëtchanan Deuteronomium / Devariem 3:23-7:11

Ekev Deuteronomium/Devariem 7:12-11:25

Reëe Deuteronomium/Devariem 11:26-16:17

Sjoftiem Deuteronomium/Devariem 16:18-21:9

Ki Tetsee Deuteronomium/Devariem 21:10-25:19

Ki Tavo Deuteronomium/Devariem 26:1-29:8

Nitsaviem Deuteronomium/Devariem 29:9-30:20

Vajelech Deuteronimium/Devariem 31:1-31:30

Haäzinoe Deuteronomium/Devariem 32:1-32:52

Ve zot ha-beracha Deuteronomium/Devariem 33:1-34:12

 

Voor elk jaar verschilt de verdeling van de parasjot over de sjabbatot dus iets en de verdeling moet per jaar worden vastgesteld. 5 Aan wie wil weten welke parasja in welke week van het jaar aan de orde is, beveel ik aan het schema voor het actuele jaar op te zoeken op een website, bijvoorbeeld die van het Verbond voor Progressief Jodendom in Nederland ( www.levisson.nl/nl/archief/indeling-toravoorlezingen.html ). Een heel goede complete website op dit gebied is www.hebcal.com, waarvandaan ik hieronder voor het gemak een overzicht tot 2028 geef van welke parasjot wanneer worden gecombineerd):

Wajakheel met Pekoedee: 25 maart 2017, 10 maart 2018, 21 maart 2020, 13 maart 2021, 18 maart 2023, 14 maart 2026, 25 maart 2028.

Tazria met Metsora: 29 april 2017, 21 april 2018, 25 april 2020, 17 april 2021, 22 april 2023, 3 mei 2025, 18 april 2026, 29 april 2028.

Acharee Mot met Kedosjiem: 6 mei 2017, 28 april 2018, 2 mei 2020, 24 april 2021, 29 april 2023, 10 mei 2025, 25 april 2026, 6 mei 2028.

Behar met Bechoekotai: 20 mei 2017, 12 mei 2018, 16 mei 2020, 8 mei 2021, 13 mei 2023, 24 mei 2025, 9 mei 2026, 20 mei 2028.

Choekat met Balak: 4 juli 2020, 1 juli 2023, 27 juni 2026, 17 juli 2027.

Matot met Masee: 22 juli 2017, 14 juli 2018, 3 augustus 2019, 18 juli 2020, 10 juli 2021, 30 juli 2022, 15 juli 2023, 3 augustus 2024, 26 juli 2025, 11 juli 2026, 31 juli 2027, 22 juli 2028.

Nitsaviem met Wajelech: 16 september 2017, 12 september 2020, 9 september 2023, 28 september 2024, 5 september 2026, 25 september 2027, 16 september 2028.

Het spreken van de Tora

Deze subtitel is dubbelzinnig en dat is ook de bedoeling. Het spreken van de Tora is aan één kant: de Tora spreekt tot ons met zijn gegeven woorden. Maar wij moeten ook spreken van de Tora, erover spreken; de Tora heeft ons spreken nodig om tot leven te komen. Dat spreken heeft vele kanten.

De vorm waarin in de Talmoed en ook in midrasjiem commentaar en uitleg wordt gegeven doet vaak associatief, zo niet chaotisch aan. De insteek is dan ook een andere dan de lineaire rechte weg die in de westerse moderniteit gebruikelijk is geworden. Je kunt het vergelijken met de reis naar een bepaalde stad. Je kunt de snelweg nemen, recht op je doel af, en dan ben je er zo. Je kunt ook de binnenwegen nemen, hier en daar een afslag nemend die interessant lijkt, misschien even ergens pauzeren en om je heen kijken, even een paadje het bos in en dan weer terug en verder. Zo kom je ook bij je doel, maar heb je wel meer gezien. Dat is meer de weg van de Talmoed. De rabbijnse uitleggers hebben een grote tolerantie voor paradoxen. A kan gelijk hebben, maar B, die iets anders beweert of zelfs het tegenovergestelde, ook. Maar ja, voor de praktijk moet er wel een beslissing worden genomen en dan beslist men toch voor de een en niet voor de ander. Maar het andere standpunt en de argumentatie mogen gerust blijven bestaan.

Praktisch oneindig is het aantal mogelijke interpretaties van de Tora. Elk vers van de Tora is omringd door talloze aantekeningen, interpretaties en associaties, geleverd van eeuw tot eeuw. De Tora is als het ware een mijn die nooit uitgeput raakt. Zoals een hamer die de rots verbrijzelt een menigte vonken van de rots doet afspatten, zo kan één woord uit de Tora wel in zeventig talen (betekenissen) gevat worden, zegt de midrasj. 6 Een andere midrasj zegt: de Tora heeft zeventig facetten; hoe wordt dat afgeleid? De Tora is te vergelijken met een tempelschaal van zeventig sjekel gewicht, waaruit wijn wordt gedronken – wijn, Hebreeuws jajien met letterwaarde zeventig, hetgeen samen een verwijzing is naar de sjieviem paniem , de zeventig aanzichten/aspecten van de Tora. 7

‘Zeventig' betekent in de Tora vaak ‘veel'. Zo bestaan er in de wereld zeventig talen en zeventig volken 8 en de Tora is – geland immers in de woestijn, dat wil zeggen op neutraal terrein – beschikbaar voor allen. Voor mij verwijst dit naar twee essentiële aspecten van de Tora, het particularistische en het universalistische. De Tora is gericht op het Joodse volk in zijn specifieke geboden en rituele aspecten; in die zin is het een particularistisch geschrift. Maar in het morele aspect waaiert haar lering uit naar een universalistisch perspectief dat aan de hele mensheid appelleert. In de beschrijving van de historie van de Israëlieten en hun spirituele bronnen is het een particularistisch document, maar in de projectie vanuit het verleden naar een messiaanse toekomst accentueert de Tora en het daaromheen ontstane gedachtegoed een verlangen van de hele mensheid naar een wereld die beter is dan het gebroken heden en klinkt er een oproep om daaraan bij te dragen.

Ik hoop dat in mijn commentaren iets oplicht van al deze aspecten. Uit elke parasja kies ik één of twee thema's uit om daar iets over te zeggen in het licht van de studie die ik erover heb gemaakt en de associaties en inzichten die daarbij naar boven zijn gekomen. Dat levert dus 54 en nog wat stukjes op die een omlijsting van pesjat (letterlijke verklaring) en derasj (beschouwing) vormen rond de wekelijkse Tora-lezingen.?

Wat mij naast traditionele uitleg ook fascineert in de verhalen van met name Genesis/Beresjiet en Sjemot/Exodus is het proces van morele evolutie dat is te onderkennen. Vanuit een antropologisch oogpunt is de Tora ook te benaderen als een beschrijving in dramatische metaforen van het proces van ontluiken in de menselijke ziel van een toenemend moreel besef. Op een Joodse manier wordt een algemeen menselijk verhaal verteld over de ontvouwing van de mogelijkheid in een mens om op een afstandje over zijn gepleegde en geplande daden te reflecteren. Er ontstaat een ruimte die er eerder niet was om na te denken over consequenties en over verantwoordelijkheid. Dat proces van verruiming is nog steeds aan de gang, al is dat met het oog van alledag niet te zien. Daarvoor gaat het te langzaam en te veel met periodiek weer een paar stappen terug. Ik geef toe: voor de lange termijn kies ik voor het zicht op een positieve trend. Het is een verhaal zowel over de ontwikkeling van bewustheid op het niveau van de mensengeschiedenis vanuit prehistorische tijden als over de ontvouwing en uitgroei van bewustheid in de levensloop van ieder individueel mens. Ik zal mij af en toe veroorloven daarover te speculeren.

Misschien is uit het voorgaande af te leiden dat ik me in mijn commentaar tamelijk vrij zal opstellen. Die opstelling is ergens te situeren in de buurt van het liberale (reform) Jodendom.

Noten

1. Umberto Cassuto, The Documentary Hypothesis, and the composition of the Pentateuch , Shalem Press, 2006, eerste uitgave als Torath Ha Teudoth , Magness Press, 1941.

2. Ethisch en oneindig , gesprekken met Philippe Nemo, Kok Agora, Kampen, 1987.

3. Drs. R.C. Musaph Andriesse, Wat na de Tora kwam , Amphora Books, Amsterdam, 2000.

4. In veel gemeenten – vooral liberale – wordt de Tora in een driejarencyclus gelezen. De parasja wordt verdeeld in drie delen A, B en C en in jaar A wordt deel A gelezen, in jaar B deel B en in jaar C deel C.

5. In Israël is een iets afwijkende indeling gangbaar.

6. Talmoed Sjabbat 88b.

7. Bemidbar Rabba 13 n.a.v. o.a. Numeri 7:13: een zilveren schaal van zeventig sjekel.

8. Op grond van de zeventig kleinzonen van Noach, Beresjiet/Genesis hoofdstuk 10.

 

 





   
  Ik ben geinteresserd in dit boek Reizen door de Tora, deel I, Genesis en Exodus, houd mij op de hoogte
voornaam
achternaam
E-mail
straat en huisnummer
postcode
plaatsnaam
 
eventuele opmerking
   
Na versturen popt een ingevulde email op, klik dan op verzenden