to homepage Rob Cassuto   

               

De menora, geschiedenis en betekenis


de Eeuwige als designer

De grote Menora waarbij wij nu staan roept bij een reeks verschillende associaties, mijmeringen en overdenkingen op.
Neem de vorm. De lijnvoering van de stam en zijn armen is krachtig en bevredigt ergens diep het gevoel van harmonie. De uitwaaiering vanuit één fundament naar zeven eindpunten, die met licht bekroond worden, resoneert met een archetypisch beeld van groei en bloei naar het licht. Waar komt deze prachtige vorm vandaan?
We kijken in de Tora en zie, hij is door de Eeuwige, gezegend zij Hij, zelf ontworpen en doorgegeven aan Mozes, samen met vele andere bouwvoorschriften voor de tabernakel en de bijbehorende religieuze attributen.

Even tussendoor: centraal in de joodse de bijbel is de Tora, dat is de Hebreeuwse naam (‘onderricht') voor de eerste vijf boeken van het geheel, dat later het oude testament is gaan heten. Daarna komen de andere boeken, de profeten en de andere geschriften zoals de psalmen, het hooglied en de spreuken. Dat alles bij elkaar noemen de christenen het oude testament en de joden noemen dat voor hun niet oude maar enige testament niet Tora, maar Tenach (een acroniem van Tora, Nevi'iem – profeten – en Chetoeviem - geschriften).

Goed, terug naar de menora.

In Exodus lezen we, dat Mozes de opdracht krijgt een lampenstandaard te doen maken, (Ex. 25:31) een lampenstandaard van zuiver goud. De voet, de schacht, de kelken, knoppen en bloemen moesten uit één stuk worden gedreven. De schacht moest zes zijarmen hebben: drie aan de ene kant en drie aan de andere kant, versierd met amandelbloesem, op elk van de zes armen en de schacht een aantal kelken en knoppen en bloemblaadjes. De hele standaard, met de zes armen en de knoppen, moest uit één stuk zuiver goud gedreven worden. Zeven lampen moesten worden gemaakt om op de armen te zetten, de snuiters en bakjes moesten ook van zuiver goud zijn.

En zo werd het gemaakt door een bekwame kunstenaar, die met name genoemd wordt: Betsalel, het archetype van de joodse kunstenaar. Zijn naam betekent ‘in de schaduw van God'. En in het moderne goddeloze Tel Aviv draagt de naar hem genoemde Betsalel kunstacademie zijn naam voort.

bestaat joodse kunst?

Even tussendoor de vraag: Bestaat er Joodse kunst? Het is de joden voor wat de beeldende kunst betreft niet gemakkelijk gemaakt. Dat hangt samen met de tweede uitspraak van de tien geboden: “Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de Eeuwige , uw God, duld geen andere goden naast mij.…”. Hierin staat dus een verbod van het cultisch gebruik van beelden; op zich werd daarmee de beeldende kunst niet verboden, alleen het misbruik ervan.

Maar het is door de rabbijnen van vorige eeuwen en sommige strenge ook nu nog voor de zekerheid heel ruim opgevat. In de eeuwen waarin de kunsten eerst en vooral in dienst staan van de religie, vonden schilderkunst en beeldhouwkunst daarom geen vruchtbare bodem bij het Joodse volk. In plaats daarvan richtte de creatieve kracht zich op het innerlijk leven, eerder op het onzichtbare dan het zichtbare, eerder op het onaanraakbare dan op het zintuiglijke. De Haggadot, boeken waarin de gebeden, liederen en verhalen over de exodus waren vastgelegd om gebruikt te worden bij het Pesachmaal, de Seider, bevatten wel vaak allerlei afbeeldingen en prenten, maar die werden beschouwd als louter versiering.

Maar alles bij elkaar genomen, het woord was en is in het religieuze Jodendom belangrijker dan het beeld. In de seculiere moderniteit veranderde in de joodse wereld veel en hebben belangrijke joodse kunstenaars hun entree gemaakt. Schrijvers en beeldende kunstenaars spelen een belangrijke rol in het hedendaagse culturele veld; hoe seculier en modern ook, vrijwel altijd klinkt hun joodse wereld mee in hun scheppingen.

Maar of hun kunst nu Joodse kunst genoemd moet of mag worden laat ik graag aan de discussie over. Een interessante vraag is of de beeldloosheid van schilders als Barnett Newman en Mark Rothko niet het typisch joodse besef uitdraagt, dat het transcendente niet in beeld of vorm te vangen is.

op de zeebodem?

Maar nu terug naar de Menora. Hoe verging het deze imposante tempelkandelaar met zijn pakkende zevenarmige vorm verder? Vanaf zijn plaatsing in de tabernakel begon het heilige attribuut een grillige reis door de geschiedenis. Heel lang blijft hij in de boeken onvermeld en onafgebeeld, tot hij opeens onmiskenbaar opduikt in de verhalen van geschiedschrijver Flavius Josephus over de Joodse oorlog in de eerste eeuw en op de triomfboog van keizer Titus, die hem na de verwoesting van Jeruzalem in 70 van de westerse jaartelling in triomf naar Rome heeft gebracht.



Daar verbleef hij vermoedelijk in de tempel van de vrede. Tot de Vandalen in de vijfde eeuw Rome plunderden en hem meenamen, overzee naar Carthago. En wat er toen mee gebeurde is speculatie en zou stof kunnen geven voor spannende romans à la Dan Brown. Eén versie luidt dat het vandalenschip is gezonken en dat de originele menora ergens op de bodem van de Middellandse zee rust.

politiek symbool

Is het unieke fysieke exemplaar niet meer onder ons, wel is de menora al die eeuwen het symbool van het Jodendom, tezamen met de davidsster, die we hier ook zien, en die in het hebreeuws ‘magen dawied' heet, wat betekent schild van David en inderdaad zegt de legende dat koning David die ster op zijn schild had staan.
Veelzijdig zijn de betekenissen die de menora in zich draagt.

Neem de politieke en zelfs martiale betekenis. Had aanvankelijk de menora als symbool terrein verloren aan de davidster, nieuw leven kreeg zij als symbool van het in de negentiende eeuw herlevende zionisme. Het zogenaamde joodse legioen, dat in de eerste wereldoorlog voor de Engelsen met opmerkelijke dapperheid meevocht tegen het Ottomaanse rijk had de menora op zijn baret staan met daaronder het woord ‘kadima', voorwaarts! Veel later bekende zionisten telde dat legioen, waarvan de bekendste Ben Goerion is, de eerste premier van Israel. Nu staat de menora het in het wapen van de staat Israel en de Davidsster op de vlag.
En voor het Israëlische parlement, de Knesset, staat een reusachtige menora van steen met in reliëf allerlei verbeeldingen uit de lange Joodse geschiedenis.



spiritueel symbool

Naast deze bezielende betekenissen voor gemeenschap en staat heeft de menora met zijn lampen ook politiek overschrijdende spirituele verwijzingen.

De overlevering wil, dat de kandelaar verwijst naar de zeven dagen van de week. Ook wordt van oudsher verteld, dat de zeven armen de zeven hemellichamen vertegenwoordigen, de zon, de maan, en de vijf planeten die in de oudheid bekend waren.

En dan is er natuurlijk het licht van de lampen als verwijzing naar de goddelijke presentie.
Daarover wil ik nog een kleine uitweiding wagen, daarbij rakend aan de polariteit licht vs donker, waarbij de exoterische traditie graag de tegenstelling ziet en de overwinning van het licht profeteert. Maar sommige joodse mystici, kaballisten, zien het helste licht ontspringen uit de donkerte, waarin ongekende scheppende kracht wacht op transformatie. Ze gebruiken daarvoor vaak de typische joodse uitlegkunde die meerdere soms tegenstrijdige betekenissen tegelijk naast elkaar kan verdragen. Zo wijzen ze op de dubbele betekenis van de naam Betsalel, de archetypische kunstenaar uit Exodus, weet u nog, die de menora heeft vervaardigd. Betsalel kan zowel “In de schaduw van God” betekenen als ook “In de schaduw – in de donkerte – í s God”. Het machtigst is het licht dat komt uit de duisternis, is hun overtuiging. De controversiële Rabbi Marc Gafni *) zegt het lyrisch: “Kunstenaars met hun besmeurde handen kunnen komen op de duistere plekken. Zij zijn de volgelingen van Bestalel, bedreven op de duistere wegen. Geen blanke handen hebben ze, die de duisternis ontvluchten en de diepten mijden. De schitterende bloem met haar delicaat gekleurde blaadjes groeit uit donkere grond, gevoed door wormen, afval en verval. En diamanten zijn zwarte kool, die hun schoonheid danken aan intense druk”. Hier raken we aan de joodse esoterie, zo niet aan ketterse regionen, waar reguliere rabbijnen hun wenkbrauwen fronsen.

De profeet Zacharias zag de menora in zijn droom.(4:1 – 7) Zo beschrijft hij het: “ De engel die met mij sprak, kwam terug en wekte mij zoals men iemand uit de slaap wekt. Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? Daarop antwoordde ik: Ik zie daar een kandelaar, geheel van goud, met een oliehouder aan zijn top; hij heeft zeven lampen, en telkens zeven toevoerbuizen voor de lampen erbovenop; en twee olijfbomen steken boven hem uit, de ene rechts en de andere links van de oliehouder. Ik hernam en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer? Toen gaf de engel die met mij sprak, mij ten antwoord: Weet gij niet, wat dit betekent? Ik zeide: Neen, mijn heer. Hij antwoordde mij: Dit is het woord van de Eeuwige : niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest ! zegt de Eeuwige van de heerscharen.”

En dat beeld van de menora, geflankeerd door twee olijfbomen is geworden tot een veel gebruikt meditatie object. Het wordt gecombineerd met de zin uit psalm 16 vers 8: ‘Ik stel mij de Eeuwige voortdurend voor ogen', zeg maar: een joodse mantra: ‘Shiviti Hashem lenegdi tamied' en zo wordt die afbeelding ook genoemd: een ‘Shiviti', hij hangt als beeltenis in vele synagoges en het beeld wordt nog steeds gebruikt als inspiratie voor het tekenen en schilderen van meditatieve afbeeldingen en als object voor meditatie.

*) in een artikel 'The way of the dragon' op Integrallife.com

RC 160909