Mozes                                                                                                pagina 5


de vergeten vader
Vervolgens behandelt de schrijver het probleem van de overlevering: er kan toch niet alleen en zelfs niet in hoofdzaak sprake zijn van een letterlijke mondelinge overlevering van de traumatische gebeurtenissen, i.c. de vadermoord; er moet sprake zijn van onbewuste herinneringsporen bij de massa, die van generatie op generatie overgaan.

Ook nu weer wordt gewezen op gang van zaken bij de neurose en Freud doet een beroep op zijn hypothese dat de ontwikkeling bij de individuele neuroticus in principe zich ook voordoet bij wat hij noemt: de massa. Hij doet nu omstandiger dan eerder het verdringingsproces uit de doeken.
Het verdrongene is volledig vergeten, maar blijft toch naar bewustzijn streven. Dat lukt onder drie voorwaarden: de tegenhoudende krachten (Gegenbesetzung) verzwakken, zoals in de slaap, het driftleven krijgt een versterking zoals in de puberteit, recente gebeurtenissen lijken zo op de verdrongen gebeurtenis dat zij deze weer wakker maken, wat hier relevant is. Het verdrongene komt dan altijd in gedeeltelijke en vervormde gedaante weer terug.

Freud wijdt nu kort uit over zijn z.g. topografisch model van het zieleleven, dat je als opgebouwd uit verschillende provincies kan zien: de oudste provincie is het Het (Es) - het onbewuste driftleven - , waaromheen zich als een schors het Ik (Ich) heeft gebouwd. Daartussen bevindt zich het gebied van het voorbewuste, dat binnen het bereik van het Ik ligt, maar waaruit ook inhouden in het Het kunnen zakken. Het verdrongene behoort tot het Het. Wat zit er nu in het Het? De onbewuste driften, de beleefde maar vergeten of verdrongen eigen ervaringen, maar ook - en dit is met het oog op wat er hier te staven is belangrijk - ook een z.g. archaïsche erfenis.

Waaruit bestaat die? Hier moet de schrijver gezien zijn wetenschappelijke pretentie een echte noodsprong doen: tot die erfenis behoren ook de herinneringsresten van oeroude indringende en bepalende gebeurtenissen van vroegere generaties. Freud zegt van deze stap niet te kunnen afzien ondanks dat wetenschappelijk is aangetoond dat overerving van eigenschappen alleen via biologische weg kan plaats vinden.
Een en ander leidt dan tot de slotsom: de mensen hebben op deze (onbewuste) manier altijd "geweten" dat zij eens een oervader hebben gehad en dat zij deze hebben gedood.
Hoe wordt zo'n onbewuste inhoud nu weer actief? O.a. door een recente werkelijke herhaling van de verdrongen gebeurtenis. I.c. was dit de moord op Mozes, later de vermeende moord op Christus. Het monotheïsme van de Joden en enigszins veranderd bij de christenen is volgens Freud het in veranderde, gesublimeerde gedaante met enorme irrationele kracht weer uit het onbewuste van de massa opduiken van de ooit gedode oervader, versterkt door een herhaling van een gelijkaardig gebeuren. Het lijkt erop of het monotheïsme pas door zo'n traumatische herhaling zijn werkelijke bestaanskracht heeft gekregen.

naar pagina 6
terug naar boven volgende home