,


Wie slechts geloof heeft, loopt gevaar een kwezel te worden. Wie slechts humor heeft, dreigt cynisch te worden. Wie geloof én humor heeft, vindt het evenwicht waarmee hij in het leven rechtop kan blijven. (Martin Buber)

voor rubriek ingezonden klik hier

Eeuwige, nou ziet u eens, uw volk liegt niet.....
een korte schets over Joodse humor: witzen

Het wrange en harde joodse lot in de afgelopen eeuwen, vaak zo moedig gedragen, heeft wellicht juist daardoor een bitterzoete vrucht voortgebracht: de joodse witz, de joodse variant van de grap.
De gewone grap kent de ontknoping, de ontmoeting in het verhaaltje van twee onverwachte factoren, die een soort ontsporing in ons verwachtingspatroon veroorzaakt, die, gevoegd bij een scheut van het verbodene of een flirt met het taboe (aldus ongeveer Freud), leidt tot het vrijkomen van opgespaarde energie, het lustgevoel van de lach.
Dat heeft de witz ook, maar er komen nog factoren bij:
de geschiedenis van een volk met zijn heel eigen cultuur en religie, dat vele eeuwen als minderheid heeft moeten dealen met onderdrukking, vervolging en ontbering.
En tegelijk hebben eeuwen van talmoedische opvoeding en rabbijns redeneren bij joden een apart plezier in taalspel gekweekt en een speciaal gevoel voor absurde logica getrained.

Het schrijnen van die joodse geschiedenis klinkt in de witz altijd min of meer door.
De witz weet door de ontlading in de lach het harde lot te relativeren en de pijn te transformeren en daardoor dragelijk te maken.
De witz is het wapen van de jood tegen de absurditeit van de omringende samenleving, tegen de schijnbaar onontkoombare ernst van zijn situatie, maar verschafte ook een manier om met zijn eigen joodse wereld om te gaan, zoals bijvoorbeeld met de strengheid van de religieuze levensvoorschriften en met de eigenaardigheden van zijn religie. De witz komt uit het hart, maar is gescherpt door uit het lood gekantelde talmoedische logica. De witz kent de mens en zijn ondeugd door en door en de beste witzen bevatten altijd een vleugje echte wijsheid.

Een paar van de betere, merendeels eigentijdse, witzen die op mijn weg zijn gekomen bied ik hierbij aan.

De eerste is eigenlijk geen witz, maar als fenomeen vermeld ik hem, het is een grap met een merkwaardige achtergrond: in een oorspronkelijke midrasj (verhalende religieuze uitleg) biedt de Eeuwige de Tora aan aan diverse volken die hem afwijzen. Het joodse volk neemt het juk van de Tora wel aan. Deze midrasj is in de onderstaande grap vervormd en verkromd naar het stereotiep van de jood als altijd uit op financieel voordeel. Het is dus eigenlijk een antisemitische grap geworden. Maar als je hem als jood onder joden vertelt kan het net.

geboden
God heeft een paar geboden bedacht en Hij gaat ermee op pad.
Eerst komt Hij bij de Fransen en zegt: 'Ik heb een mooi gebod voor jullie.' 'Wat is het voor een gebod?' vragen de Fransen. God zegt: 'Jullie mogen niet vreemdgaan, niet echtbreken.' 'Nee,' zeggen die Fransen, 'dat is niets voor ons. Zo'n gebod nemen wij niet aan.' 'Oké,' zegt God en vertrekt.
Hij komt bij de Duitsers en zegt: 'Hoor eens jongens, ik heb een gebod voor jullie. Gij zult niet doden.' 'Nee,' roepen die Duitsers, 'dat is flauwekul. Daar luisteren wij niet naar.' Enigszins wanhopig gaat God verder.
Dan komt Hij bij de Joden aan en zegt: 'Ik heb een gebod voor jullie.' 'O ja?' vragen de joden, 'en wat kost het? 'Niets,' zegt God, 'het kost jullie helemaal niets.' 'Prachtig,' zeggen de joden, 'doe er dan maar tien.'

Deze tweede grap ademt ook nog de sfeer van geld en Tora, maar ja, hij is toch leuker.

wonderen
Een rabbi, een priester en een dominee spraken elkaar over de wonderen die ze hadden meegemaakt.
De priester vertelde over een verschrikkelijke sneeuwstorm waarin hij verdwaald was geraakt. Hij bad tot God, en voorwaar, de sneeuwstorm hield op en op vijf meter zag hij zijn huis liggen.
De dominee had ook iets dergelijks meegemaakt: hij was in zijn bootje op het meer, toen een hevige storm losbrak. Golven van vijf meter hoog bedreigden hem en de boot stond op het punt te kapseizen. Hij bad tot God en zowaar, de storm ging liggen en hij voer rustig de haven in.
De Rabbi had ook zoiets meegemaakt: op Sjabbat, toen hij op terugweg was van sjoel naar huis zag hij een bundel van 50-eurobiljetten op straat liggen. Natuurlijk mocht hij die bundel niet aanraken, want het was Sjabbat en dan mag geld niet worden aangeraakt. Maar hij bad tot God en overal om hem heen was het Sjabbat, maar voorwaar, vijf meter om hem heen was het opeens donderdag.

materieel opportunisme in de spirituele zoektocht is de mens niet vreemd

het geld van de collecte
Een priester, een rabbijn en een imam dronken koffie in een café in Jeruzalem. ‘Zeg, wat doet u met het geld van de collecte?' vroeg de imam. ‘Ik leg alle munten op tafel en deel het door midden. De ene helft is voor mij en de andere helft is voor de kerk,' antwoordde de priester. En u? ‘Wel, ik neem een bescheiden deel wat ik nodig heb en de rest is voor de moskee.' De twee voorgangers keken vragend naar de rabbijn. ‘Ik neem al het geld in mijn handen en gooi het in de lucht. De Almachtige neemt wat hij nodig heeft, wat overblijft is voor mij.'

de aard van God
Bram probeert iets van de aard van God te begrijpen en vraagt:
God, hoe lang is een miljoen jaar voor U?
God antwoordt: een miljoen jaar is als een minuut.
Bram: een een miljoen euro, hoeveel is dat voor U?
God: als een eurocent.
Dan vraagt Bram: God, zou U mij een eurocent kunnen geven?
God antwoordt: over een minuut...

antisemitisme is natuurlijk een bron geweest voor vele witzen.

voor het eerst
Yankele loopt op zondagmiddag op een Pools landweggetje. Een Poolse boerenknecht komt uit de kerk hem tegemoet en slaat hem plotseling met één flinke vuistslag neer. Yankele krabbelt overeind en vraagt verbijsterd: Waarom deed je dat?
De knecht antwoordt: jullie hebben Christus vermoord…
Yankele: maar dat is tweeduizend jaar geleden!
Knecht: maar ik hoorde het net in de kerk voor het eerst.

goed nieuws!
Meneer Cohen zit op een bankje en leest een rechtse en anti-joodse krant. Opvallend is een artikel zichtbaar met een antisemitische kop. Cohens beste vriend, meneer Polak, loopt langs, ziet het artikel en stopt geschrokken.
Polak: wat zie ik nou? Die krant kan je toch niet gaan lezen, lees het NIW, dan weet je genoeg!
Cohen: die staat vol met verhalen over antisemitisme, problemen in Israel, problemen in de Joodse Kille (gemeente); ik lees liever goed nieuws. In deze krant staat dat de Joden al het geld bezitten, dat ze alle banken in handen hebben, dat ze de media controleren, dat de joden in Hollywood de dienst uitmaken; allemaal goed nieuws!

Religieuze verplichtingen schuren vaak met het alledaagse leven en verleidingen liggen overal op de loer, goede daden zijn een plicht (mitswe) maar altijd lokt het eigen belang. En als de overtreding niet te ontkennen is weet de optimist ergens ook wel de deugd te ontdekken.

probleem
Meneer Cohen komt bij de Rabbijn: Ik zit met een probleem, vanavond begint Jom Kippoer (Grote Verzoendag) met de Kol Nidre-dienst, maar er is ook de Europacupfinale Ajax - AC Milan op TV. Wat moet ik doen?
De Rabbijn: heb je een videorecorder? Cohen: ja
De Rabbijn: maar dan kan je het toch opnemen?
Cohen (hoopvol): de hele dienst?....

mitswe

Kleine Sally komt hijgend de kamer binnen: Papa, op straat loopt een arme man te roepen. Ik wil graag een mitswe doen door die man te helpen. Mag ik hem een euro geven?
Papa:Natuurlijk mag jij dat, lieve jongen. Hier is een euro, ga er maar gauw op af.
Na zo`n 20 minuten komt Sally terug.
Papa: ik ben trots op jou, Sal. Je hebt een goed hartje. Je zult, met g-ds hulp, een uitstekende joodse man worden. Maar wat riep die man precies?
Sally: hij riep:heerlijke ijsjes, een euro per stuk!

eerlijk
't Is Sjabbat en meneer Cohen loopt op straat een sigaret te roken.
Hij komt de rabbijn tegen, die zegt: Dag Ies, gut sjabbes,
ik zie dat je een sigaret rookt.
Cohen: inderdaad.
Rabbijn: maar het is Sjabbat.
Cohen: dat is waar.
Rabbijn: je weet toch, dat je op Sjabbat niet rookt!
Cohen: dat weet ik al veertig jaar.
De rabbijn heft de handen en slaat de ogen ten hemel en zegt:
Eeuwige, nou ziet u eens, uw volk liegt niet.....

cohen*
Een nieuw lid van de liberaal-joodse gemeente gaat na afloop van de dienst naar de rabbijn en vraagt:
"Ik zou graag cohen willen worden. Wat moet ik daarvoor doen?"
Rabbijn: "Je kan het niet worden door iets te doen"
Nieuw lid: "Ik doe een donatie van 10.000 euro"
Rabbijn: "Zo werkt dat niet"
Nieuw lid: "Ik heb er wat voor over. Ik betaal de broodnodige restauratie van de sjoel"
Rabbijn: "Dat helpt echt niet"
Nieuw lid: "Vooruit. Honderd duizend euro"
Rabbijn: "Neenee. Maar waarom wilt u roch zo graag cohen worden?
Nieuw lid: "Mijn vader was het, mijn grootvader was het, mijn overgrootvader was het ..."

* Cohen is in hebrew "priest" and families know usually when they descend from original priests. Still male members have some prerogatives, obligations and duties in the service and outside

zelfgenoegzaamheid is altijd een dankbaar mikpunt, ook in deze ‘wijze’ witz

lieve vrouw

Meneer Cohen dacht aan zijn vrouw, hoe goed was die voor hem geweest en wat een boffer dat hij haar had getroffen....
Hij bad tot de Eeuwige en vroeg, "Waarom heeft u haar zo'n goed hart gegeven?"
De Eeuwige antwoordde, "Opdat jij van haar zou kunnen houden, mijn zoon."
"En waarom heeft U haar zo'n knap uiterlijk gegeven?"
"Opdat jij van haar zou kunnen houden, mijn zoon."
"En waarom heeft u haar zo'n goede kok gemaakt? "
"Opdat jij van haar zou kunnen houden, mijn zoon."
Meneer Cohen dacht hierover na.
Toen zei hij, "Ik wil niet ondankbaar wezen of zo, maar waarom hebt u haar zo dom gemaakt?"
"Opdat zij van jou zou kunnen houden, mijn zoon."

Als speciale uitweg werd de joden altijd het christendom voorgehouden en vele witzen hebben dat tot onderwerp.

antiek
Moos ligt op zijn sterfbed en vraagt aan Saar: haal de pastoor ik wil toch katholiek sterven.
Saar wil deze laatste wens niet negeren en haalt de pastoor. Deze komt en houdt een crucifix voor het gezicht van Moos en vraagt: Moos, wat is dit?
Moos zegt met een zucht: zwaar antiek…

Deze is in het Jiddisch:
assekurirt

Wen Mussolini is gekumen zu der macht, hot di itali'enische assekurazje-geselschaft »dschenerali« baschlossn zu kindikn ale jidische ba'amtn.
Hot ober in der Lemberger opteilung gearbet a jid, der ssame fe'iksster agent. Lost im der direktor rufn un leigt im for:
-Ir darft sich blois schmadn un demolt wet ir konen blaibn ojf aier posstn.
-Gut -sogt der agent noch a kurzn jischew-hadass. -Schikt nochn galach! -
Der galach geit arajn in kabinet un der direktor wart in foder-zimer. 'ss fargeit a scho, zwei scho ...
Erscht arum draj a sejger kumt aroiss fun kabinet der farschwizter galach un im geit noch mit a schtralndik-zufridenern ponem der agent.
Der direktor loift im antkegn:
-Zi kon ich aich gratulirn? Zi sent ir schoin getoift?
-Ich getoift ? ! -entfert der agent. -'ss cholemt sich mir afile nischt! ...
Der galach is assekurirt! ...
(uit: Salcia Landmann: Jüdische Anekdoten und Sprichworter)

vertaald: Toen Mussolini aan de macht kwam besloot de Italiaaanse verzekeringsmaatschappij 'Generali' alle joodse werknemers te ontslaan. Nu werkte op de afdeling 'Lemberg' een Jood, die een uiterst bekwame verzekeringsagent was. De directeur laat hem roepen en stelt hem voor:
- je hoeft je alleen maar te laten dopen en je kan je baan houden
De agent denkt even na en zegt:
- Goed, stuur maar een priester.
De priester gaat het kamertje binnen en de directeur wacht in het voorvertrek. Een uur gaat voorbij, twee uur ... Pas na drie uur komt een bezwete priester naar buiten en achter hem aan de agent met een stralend tevreden gezicht.
De directeur komt hem tegemoet:
- Kan ik je feliciteren? Ben je al gedoopt?
- Ik gedoopt, antwoordt de agent, dat komt in mijn dromen nog niet op! ... Maar de priester is verzekerd! ...

En dan de Joodse moeders, daarover zijn de witzen oneindig, hier zijn er drie:

mij

Een joodse moeder schept op tegen een andere moeder over haar zoon. ‘Ach mijn Iesje, het gaat zo goed met hem. Als kind van twee sprak hij al vier talen, op zijn vierde speelde hij Mozart op de piano, las Grieks en Latijn, op zijn twintigste promoveerde hij in de biochemie, hij is nu professor aan de Harvard University in New York, heeft een flat in Manhattan, zo groot als een voetbalveld, en vijf keer per week gaat hij naar een psychiater, die nog gestudeerd heeft bij een leerling van Freud en weet je waar hij het over heeft, de schat??? …..
Over mij !…..'

ontbijt

Bram vertelde aan zijn psychiater: 'Ik had een rare droom vannacht, ik zag mijn moeder, maar het viel me op dat ze uw gezicht had. Ik was hevig ongerust en werd onmiddellijk wakker en kon niet weer in slaap komen. Ik bleef maar liggen denken tot ik om zeven uur opstond. Ik at snel een geroosterd boterhammetje en sloeg een kopje koffie achterover en kwam direct hierheen. Help me alsjeblieft en legt u me de betekenis van deze droom uit!'
De psychiater zweeg een tijd en dacht diep na. Toen zei hij:
’Een geroosterd boterhammetje en een kopje koffie, noem je dat een ontbijt!?...'

Oi
Drie Joodse moeders zitten bij elkaar.
"Oi", zucht de een.
"Oi" zucht de ander
"Hè ", zegt de derde, "we hebben nog zo afgesproken dat we het niet over onze kinderen zouden hebben..".

Hoe weten we, dat Jezus een jood was?
Hij bleef thuis wonen tot hij dertig was.
Hij ging in de zaak bij zijn vader
Zijn moeder dacht, dat hij G-d was...

Beroemde mannen
De meester vraagt aan de kinderen wie de namen noemen van beroemde personen. Een van de kinderen zegt: ‘Einstein, meneer.' Een ander roept: ‘Spinoza!' Weer een ander vraagt: ‘Meneer, Jezus was toch ook een jood? En een vierde noemt Sigmund Freud. Brammetje steekt zijn vinger in de lucht en vraagt: ‘Meneer mogen het ook geen joden zijn?'

En als toepasselijk slot van deze bondige bloemlezing de Masjieach (Messias), eind goed, al goed. Jodendom is doortrokken met verlangen naar de Masjieach.
Maarrrr ….. als de welvaart eindelijk een keer heeft toegeslagen, wat dan?

Masjieach
Rabbijn Goldberg stormt zijn huis in en roept:
Rivka, Rivka, ik heb net doorgekregen, over twee weken komt de masjieach!
Rivka: Oj gewalt, waarom net nu, we hebben net ons nieuwe huis afbetaald, nieuw bankstel gekocht en een moderne keuken laten installeren...
Rabbijn: Ach Rivka, je moet denken, we hebben Farao overleefd, Haman, Bergen Belsen, de Masjieach overleven we ook wel...

En moge de witz en dat speciale joodse gevoel voor humor de welvaart overleven, omein!


hier nog wat andere witzen:

rubriek ingezonden:

rustig
In de wachtkamer van de dokter. Een jongeman loopt heen en weer met in zijn armen een baby die niets doet dan huilen. Onderwijl zegt hij
sussend: 'Rustig, Bram. Rustig, Bram.' Zegt een mevrouw: 'U hebt heel wat te stellen met uw Bram!' Zegt die man: 'Mevrouw, hij heet Simon, ík ben Bram.'

advocaat
De Groningse advocaat Mr Maurits Levie was voor de oorlog lange tijd de bekendste jood van de stad. Hij stond wijd en zijd heel goed aangeschreven, al had hij wel eens een expansieve bui. Op een middag zit hij aan de Vismarkt op een terras en de ober vraagt wat hij wil drinken. Levie, in een vlaag van ruim denken: 'Ober, breng mij wat ik bén.' (nl. een advocaatje). De ober vertrekt geen spier, komt na een poosje terug met een glas en zegt: 'Uw kwast, meneer.' Levie kon erom lachen.

Landschap
Moos en Saar zijn een weekendje naar Berlijn en Saar wil per se naar een museum met veel schilderijen. Moos gaat mee. Lopen ze daar zaal in, zaal in uit en Saar zegt enthousiast: 'Prachtig hè, Moos, zoveel moois!'
Moos: 'Mmmm'.
Saar, gepikeerd: 'Kijk daar dan eens, dat is toch een prachtig landschap?'
Moos: 'Dát? Dat is een portret.'
Saar: 'Hoe kan dat nou, het is een landschap!'
Moos: 'Saar, ik zweer je, het is een portret.'
Saar kwaad. Zegt Moos: 'Ga dan kijken, er hangen toch van die kaartjes bij wat het voorstelt?'
Saar beent er driftig heen en Moos wacht berustend. Komt ze terug, vraagt Moos: 'Nou, wat stond erop?'
Saar, triomfantelijk: 'Birnbaum an der Riviera!'
Moos haalt zijn schouders op: 'Nou, wat heb ik gezegd, een portret!'

geplukt en gehoord

Charity Begins At Home
A Priest, a minister and a Rabbi were sitting around wondering what to do with all the money they collected from charity.
The priest said: "I got an idea. Let's draw a circle, throw all the money up in the air, and what falls in the circle we give to G-d.
The Minister said: "I got a better idea. Let's draw a circle, throw all the money up in the air, and what falls outside the circle we give to G-d.
The Rabbi said: "I got even a better idea. Let's draw a circle, throw all the money up in the air, and let G-d take what he wants, and what falls to the ground we keep!

The Kindergarten Class
One day at kindergarten the teacher said to the class of 5-year-olds,
"I'll give $5 to the child who can tell me who was the most famous
man who ever lived."
A little Irish boy put his hand up and said, "It was St. Patrick."
The teacher said, "Sorry Sean, that's not correct."
Then a little Scottish boy put his hand up and said, "It was St.
Andrew."
The teacher replied, "I'm sorry, Hamish, that's not right either."
Finally, a little Jewish boy raised his hand and said, "It was Jesus
Christ."
The teacher said, "That's absolutely right, Marvin. Come up here and
I'll give you the $5." As the teacher was giving Marvin his money,
she said, "You know, Marvin, since your're Jewish, I was very surprised
you said 'Jesus Christ'."
Marvin replied, "Well, in my heart I knew it was Moses, but business
is business."

seminar
Rabbijn Goldberg moet laatst met een aantal andere rabbijnen spreken op een seminar.
Het eerste betoog was niet bepaald boeiend en de zaal liep half leeg. Bij de tweede spreker was het niet veel beter en nog eens de helft liep weg. De derde spreker brak het record in saaiheid en vrijwel iedereen die er nog was liep weg, er bleef nog een man zitten en de beurt was aan rabbijn Goldberg om te spreken. De Rabbijn zei tegen zijn overgebleven eenkoppig publiek:
Ik ben blij nog iemand onder mijn gehoor te hebben; mag ik u danken dat u bent blijven zitten.
De man antwoordde:
U hoeft mij niet te bedanken, ik ben de volgende spreker.

moe en dorstig
Een Fransman, een Duitser en een Jood zijn verdwaald in de woestijn en zijn al dagen aan lopen.
De Fransman zegt, "Ik ben moe en heb dorst. Ik moet wat wijn hebben."
De Duitser zegt, "Ik ben moe en heb dorst. Ik moet wat bier hebben."
De Jood zegt, "Ik ben moe en heb dorst. Ik moet diabetes hebben."

hulp

Meneer Cohen komt bij de rabbijn en zegt: mijn vriend zit in zware financiele problemen. Kan de kehille hem geen handje helpen?
De rabbijn: maar waarom komt hij zelf niet?
Cohen: hij schaamt zich rot...
De rabbijn: maar hij kan toch doen alsof hij een vriend is, die het voor hem vraagt?....

Beroep
In de tsaristische tijd mochten joden alleen in een stad wonen als ze aantoonbaar een beroep hadden.
Moos loopt op straat in Kiev. Komt hem een officier tegemoet, die zegt plotseling: 'Jij bent jood!'
Moos: '...'
Zegt die officier: 'Wat is je beroep?!'
Moos: 'Ik ben minyanman'.
'Minyanman? Wat is dat?', vraagt de officier.
Moos: 'O, als er maar negen man zijn, halen ze mij erbij en dan zijn er tien.'
Officier: 'Maar dat is toch geen beroep?'
Moos: 'Tuurlijk wel.'
'Maar kerel', roept de officier, 'als er negen man zijn en ze halen mij erbij, zijn er toch ook tien?'
Moos blij: 'O ja? Bent u ook jood?'

Hu is He (engels, ingezonden)

Fred approached John. "Hello John, I heard you know Hebrew"? "Yes I do."
replied John.Fred: I was wondering what the Hebrew for he is?
John: Hu.
Fred: Not any one in particular, I just wanted to know what is he?
John: Hee is she.
Fred: Who?
John: No, Hu is he.
Fred: I thought you said he is she?
John: Yes, that is correct.
Fred: What is correct?
John: Hee is she.
Fred: I have no idea what you said. Who is she?
John: No, hu is he.
Fred: I dont want to know who he is, now I want to know what she is in
Hebrew?
John: Hee.
Fred: He Who?
John: Yes that is correct. But, hee is she.
Fred: Who is she?
John: No, Hu is he.
Fred: Why do you keep asking me "who is he"?
John: I thought you were asking me what he is in Hebrew?
Fred: Me?
John: That is who.
Fred: Who is me?
John: No, Hu is he, mee is who.
Fred: I don't want to know who you are, I want to know who is he?
John: That is correct.
Fred: But, I have no idea what I am saying.
John: But you say it so well.
Fred: Who me?
John: Why are you asking me who he is?
Fred: No, I am asking you what is he.
John: Hee is she.
Fred: Who is she?
John: No, hu is hee.
Fred: I am very lost. Me is who? Who is he? He is She?
John: Very good, you said that very well.
Fred: What did I say?
John: Mee is who, hu is he and hee is she.
Fred: Well if you must know, you are crazy, I don't know who he is and if
she is a he, I sure don't want to know her?

Moses
Ten year old Mikey, was asked by his mother what he had learned in Vacation Bible School.
"Well, Mommy, our teacher told us how God sent Moses behind enemy lines on a rescue mission to lead His Chosen People out of Egypt.
When he got to the Red Sea, he had his engineers build a pontoon bridge and all the people walked across safely.
Then he used his cell phone to call headquarters for reinforcements. They called in an air strike of the Israeli Air Defense to take out the bridge and all the Israelites were saved."
"Now, Mikey, is that really what your teacher taught you?" his mother asked.
"Well, no, Mom. But if I told it the way the teacher did, you'd never believe it!"

The dream (bron: www.awordinyoureye.com, massa's humor, waaronder echt goede)
Moshe was taking to his psychiatrist.
"I had a weird dream recently," he says. "I saw my mother but then I noticed she had your face. I found this so worrying that I immediately awoke and couldn't get back to sleep. I just stayed there thinking about it until 7am. I got up, made myself a slice of toast and some coffee and came straight here. Can you please help me explain the meaning of my dream?"
The psychiatrist kept silent for some time, then said, "One slice of toast and coffee? Do you call that a breakfast?"

moeders en zonen
Drie Joodse moeders zitten bij Del Cavi in Amsterdam en praten over hun zonen (waarover anders?) en hoeveel die van hun houden. Selma zegt: "Weet je die Chagall die in mijn woonkamer hangt? Mijn zoon Arnie heeft die voor mijn 75ste verjaardag gekocht. Wat een schat toch en zo goed voor zijn moeder.
Renee zegt: "Dat is tot daaraan toe. Die Mercedes van mij, die kennen jullie toch? Van mijn zoon Bernard gekregen voor Moederdag, da's pas een jongen die van zijn moeder houdt...."
Roos zegt: "Dat is nog niets. Kennen jullie mijn zoon Ronny? Hij is in psychoanalyse bij de bekende psychiater dr. Spielvogel, vijf keer per week gaat ie daarnaartoe. En waar praat ie over? Mij!..."

The rabbi and his friends
A rabbi, a priest, and a minister were talking one day. The priest told of an occasion when he was caught in a snowstorm so terrible that he couldn't see a foot in front of him. He was completely confused, unsure even of which direction he needed to walk. He prayed to God, and miraculously, while the storm continued for miles in every direction, he could clearly see his home 20 feet away.
The minister told a similar story. He had been out on a small boat when a heavy storm struck. There were 20-foot high waves, and the boat was sure to capsize. He prayed to God, and, while the storm continued all around, for several feet in each direction, the sea calmed, and the minister was able to return safely to port.
The rabbi, too, had such a story. One Shabos morning, on the way home from his Shul, he saw a very thick wad of £20 notes in the gutter. Of course, since it was Shabbat, the rabbi wasn't able to touch the money. So he prayed to God, and everywhere, for miles in every direction, it was still Shabbat, but for 10 feet around him, it was Thursday.

wie van de drie
Een priester, een rabbijn en een dominee willen weten wie het beste in zijn werk is. Ze gaan ieder afzonderlijk het bos in, vinden een beer en proberen hem te bekeren. Later komen ze bij elkaar en de priester begint: Toen ik de beer vond, las ik hem voor uit de catechismus en besprenkelde hem met wijwater. Volgende week doet hij zijn eerste communie.
Ik vond een beer bij de rivier, zegt de dominee en preekte hem Gods woord. De beer was zo gefascineerd dat ik hem mocht dopen. Ze kijken allebei de rabbijn aan, die helemaal in het gips zit. Achteraf bekeken, zegt hij, had ik misschien beter niet met de besnijdenis moeten beginnen!

beroep
Een jood beklaagt zich voor de districhtsrechtbank in Stanislau: hij heeft beroep aangetekend maar in lange tijd nog niets gehoord. De gerechtsdienaar zegt:
- waarom dring je voor. Jullie Joden hebben Jezus Christus aan het kruis geslagen!
Zegt de Jood:
- Jammer dat hij geen beroep heeft aangetekend bij de Stanislauer districtsrechtbank! Dan had hij nu nog geleefd! (uit: Salcia Landmann: Jüdische Anekdoten und Sprichworter)

net gehoord
Een Jood loopt op zondag op een Pools langweggetje. Hij komt een jonge boerenknecht tegen, die hem pardoes een dreun verkoopt zonder een woord te zeggen. De Jood krabbelt overeind en vraagt verbijsterd:
- Waar heb ik dat aan te danken?
- Jullie Joden hebben Jezus Christus aan het kruis geslagen! antwoordt de knecht.
- Dat is toch allemaal tweeduizend jaar geleden!
- Maar ik heb het net voor het eerst in de kerk gehoord, zegt jonge knaap.

meer humor www.awordinyoureye.com
do you know a good jewish witz? ken je een goeie Joodse witz? ››