Hepc
Just a simple call from the doctor: the hepatitis c virus is back....
In May I felt a lot better and healthier then last years and I
was really optimistic. The test around 20 february, after three
weeks of no medicine, didn´t demonstrate any virus yet.
But the test of two weeks ago proofed otherwise. So less then
5 virusses must have multipled themselves unto 100.000 again in
these past months. The ALAT has raised tot 220. I need some time
really to deal with the latest news.
Perhaps my life span will be a race between my condition and the
reseach for new treatments and anew my attention will direct itself
to the progress in the devlopment of the protease inhibitors.
More in my Hepc
diary.
Sigh, sit down, meditate, shed some tears, ponder on the transience
of things.
June 7 '06
Shlomo Bar
In
De Melkweg speelde gisteren Shlomo
Bar en zijn groep Habrera Hativiet, Ivriet voor De natuurlijke
keuze. Het was de zesde juni van de zesde maand van het jaar 2006,
dus 06-06-'06, een kwaad getal en de duivel zou deze dag een greep
naar de macht doen. De kranten vermeldden allen dat op deze dag
duizenden, vooral Christenen, baden om deze satanische invloed
af te wenden. Van Shlomo Bar kreeg de duivel geen kans, hij moet
onder de opnstuimige roffels, de gepassioneerde snaarakkoorden
en de hartstochtelijke zang van Shlomo en zijn groep zijn weggeblazen
naar zijn schuilplaats.
Habrera Hativiet, geformeerd in 1977, speelt israèlische
fusion muziek, onstaan uit Sefardische, Noordafrikaanse muziek
met Iraanse en Indiase invloeden. Met name de Marokkaanse invloed
(via de z.g. Andaluz muziek) werkt sterk door.
De
grote inspirator is Shlomo Bar, drieenzestigjaar geleden geboren
in Rabat, die zegt: `mijn muziek is iets eeuwigs zonder begin
of eind. In mijn muziek spelen elementen van gebed, verwondering,
verlangen en messianisme`.
Hij begint het optreden met grootse gebaren: de eerste regels
van Genesis, hij zingt ze met plechtige pathos, doorspekt met
roffels van zijn trommel en ondersteund met wijdse orientaalse
akkoorden van gitaren en de santur.
Andere nummers volgen. Vaak beginnen ze langzaam en dan, na een
paar ferme klappen op de trommel, slaat de band op hol en
Shlomo Bar juicht, mept op het trommelvel en galmt vanuit het
diepst van zijn ziel de teksten, moderne, maar ook veel uit de
bijbel, fragmenten uit psalmen, stukken uit de eredienst, in gloedvolle
stromen over ons uitgegoten, dit alles in een bedding van obsederende
ritmes, indringende pingels van de santur (een soort Perzische
citer) , dreunend gezoem van de basgitaar en doffe klappen van
de drumspeelster achter Shlomo.
Mijn metgezellin kon het eerst niet zo apprecieren, dat diep doordreunen
van de bas en inderdaad stond de audioinstallatie ook niet bepaald
zuinig. Assertief als ze is ging ze op weg naar de geluidsman
om hem te verzoeken wat te dimmen. Even later kwam ze terug en
ik vroeg: gelukt?
Ik heb oordopjes gekregen, zei ze lachend.
Even later besloten we weg te gaan, maar toen sloeg de vlam pas
echt in de pan. De mensen - en ook wij - stroomden het middenvlak
op, dat werd tot dansvloer. Shlomo Bar en zijn Natuurlijke Keuze
sloegen een register hoger aan en de bezieling laaide verder op.
Wereldse nummers, Marokkaanse huwelijksfeestmuziek, maar ook het
religieuze "Adir Hoe" en " Eli, Eli".
De band gaat als een stoomtrein met de bandleider voorop de locomotief,
die nu eens met toenemend gedender tot razende snelheid optrekt,
dan weer vertraagt, weer versnelt en dan met veel gesis in de
donkere zaal van de Melkweg tot stilstand komt.
op
de voorgrond Shlomo Bar (met trommel) en Menasse Sasson op santur
june
7 '06
Een
oud virus duikt op
Op 13 maart j.l. hield ds. Mos een
preek in zijn Wassenaarse Messiaskerk, die veel beroering
veroorzaakte in zowel christelijke als joodse kringen. Zestig
jaar na de Tweede wereldoorlog kan je in een optimistische bui
en gezien en gehoord de vele stappen die van christelijke zijde
zijn gedaan tot verzoening met het Jodendom gaan denken dat anti-judaïsme
en antisemitisme verschijnselen zijn die hoewel zeer hardnekkig
toch de potentie hebben ooit tot het verleden te gaan behoren.
Maar na lezing
van de preek van dominee Mos ga je daar ernstig aan twijfelen.
Het lijkt wel of het virus ondanks onderdrukking vanuit dicht
onder het oppervlak weer onvervalst opduikt en aan de oppervlakte
uitzweet, zoals in deze preek.
In het begin klinkt het nog betrekkelijk onschuldig, als Mos stelt:
“Nu hebben we al zestig jaar gelden van professor Miskotte
in zijn Bijbels ABC geleerd,dat als het in de bijbel gaat over
Joden, dan wordt daarmee niet een land of een volk bedoeld, maar
dan gaat het om een bepaalde wijze waarop mensen ‘mens zijn’.
Maar wat is dan dat 'mens zijn'?
Al gauw blijkt de ‘Jood in ons’ de mens te zijn, die
in zijn eendimensionaliteit zijn dierlijke neigingen volgt en
zijn roeping tot heiligheid verwerpt. Bekende stokpaarden van
de Christelijke traditie klinken weer tussen de kerkmuren.
De oude opvatting, ik meen al door Augustinus verwoord, klinkt
weer door: het bestaan van de joden moet ons herinneren aan de
verdoemdheid waarin je leeft, wanneer je de Christus niet als
heiland aanvaardt. Impliciet wordt de z.g. substitutieleer, dat
het Christendom pas de poort tot ware verlossing biedt en in de
plaats treedt van het falend Jodendom, onverhuld beleden.
De oude overtuigingen van eeuwenoud anti-judaisme worden onder
een maar al te dun vernisje weer zichtbaar. Het prototype van
de Jood als najager van geld en gewin – belichaamd in optima
forma door Judas (is gewoon hetzelfde als ‘de jood’)
doemt onverbloemd op.
En wat de parochianen in zich zelf als die eendimensionale begerige
en dierlijke jood in zich hebben, dat moet uitgeroeid worden.
En dan, als klap op de vuurpijl verkondigt de dominee:
”En wat
wij ons nu gaandeweg gaan realiseren, zestig jaar na de Tweede
Wereldoorlog is, dat dus Hitler eigenlijk veel beter in de bijbel
thuis was dan wij gewoonlijk voor waar willen houden. En dat Hitler
deze, op zich bijbelse gedachte, tot z’n uiterste consequentie
heeft uitgewerkt. Want Hitler zei: Dan moet de jood ook maar verdwijnen!
“ en even verder: “Hitler wilde de jood in ons midden
definitief uitdrijven. Dat klinkt misschien heel vreemd, maar
hij staat daarmee op bijbelse bodem.
Want de jood in ons leeft aan zijn goddelijke roeping voorbij
en hij doet zijn schepper lelijk tekort. “
Ach jee, wat
hebben wij die Hitler toch verkeerd begrepen. Hij had gewoon allerlei
eerbare en ethische bedoelingen. Hij had het beste met ons voor!
Stom dat hij zich beperkt heeft tot die rasechte joden en alle
mensen die die zondige jood metaforisch in zich hadden er ook
niet bij heeft genomen in de Endlösung.
27 mei 2005
Gisteren was
ik bij de opening van het Vertelweekend in Wageningen. De eerste
middag, georganiseerd door de vertelkring 'Eva Luna' , was gewijd
aan het Jiddische verhaal Hieronder Titi T. met haar verhaal over
de domme joden van Chelm die steeds misleid werden door de slimme
koopman Simcha.
drie
favoriete plekken rond Nijmegen
Waar kan je je in de grote stad nog even helemaal alleen in de
grote natuur voelen? Dat kan in Nijmegen, bijvoorbeeld:
De plas bij Weurt
Je rijdt de stad uit richting Beuningen,
langs dat technologisch reuzenkunstwerk van de electriciteitscentrale,
langs de artistieke complexiteit van de laad- en loskranen van
de rivierhaven, de brug over van het Maas-Waalkanaal en dan meteen
rechts de waalbandijk op langs het dorp Weurt en waar na een goede
honderd meter het dijkweggetje een bocht maakt ligt een vrij grote
plas met veel veld en bosschage eromheen. Zet je auto of fiets
aan de kant en ga het klaphek door, over het veld, en dan langs
de ruime plas en je bent alleen, goed een enkele medewandelaar
met hond kan je tegenkomen, maar de plek is merkwaardig genoeg
nog niet ontdekt door de Nijmeegse dagjesmens.
Heide in Heumensoord
Rij de Annastraat af en sla vlak voor je de bebouwde kom verlaat
rechtsaf de Scheidingsweg op en duik na zo'n halve kilometer rechtsaf
het bos in en ja, dan is het even zoeken langs de paden om te
komen bij dit stukje heide.
Eind augustus, begin september begint dit veldje paars te blozen
.
Overal zijn dan de rissen minuskule roze tot purperen klokjes
aan de heideplanten verschenen.
De
plek is vlak bij mijn huis en ik ga er vaak tussendoor even naar
toe.
Meestal doe ik een paar oefeningen. Eerst mijn reeksje Chi Kung,
mij niet storend aan de enkele wandelaar met hond of kind die
even verderop voorbij loopt; daarna leg ik mijn meegenomen handdoek
op de grond, doe mijn ademmeditatie en dan lig ik gewoon te liggen,
midden op de buik van moeder natuur.
Een
Hatertse ven.
Deze ven ligt wat achteraf in het mooie natuurgebied tussen Nijmegen-Zuid
(Dukenburg) en Heumen en Overasselt, het gevarieerde en glooiende
gebied van de Hatertse vennen. Je gaat de weg uyit Dukenburg naar
Overasselt op en bij café-restaurant St. Walrick ga je
ergens linksaf een bospad op en na zo'n twee- à driehonderd
meter ga rechtsaf een pad op, dat zelden betreden is geweest de
laatste tijd want het dreigt overwoekerd te worden en soms moet
je de opdringerige doornige braamtakken voorzichtig opzijstrijken
om doortocht te hebben, maar dan kom je na vijftig meter opeens
bij dit ven, een zeldzaam rustig plekje om je neer te vleien en
in de lente ongestoord het spel van de vogels te volgen. Eenden,
reigers en ganzenpaartjes, die onophoudelijk bezig zijn met hofmakerijen,
die bestaan uit stormachtige achtervolgingen, vredig samen optrekken
op het watervlak, plotse uitbarstingen in gegak, dat dan weer
luwt, een taal die bestaat uit een onverwacht register aan expressieve
nuances.
Het
zweefvliegveld bij Malden
Deze foto is genomen vanuit het bos van Heumensoord. Je kijkt
op het wijdse veld, waar vooral in het weekend de zweefvliegtuigen
omhoogzeilen of omlaagglijden of hoog in de lucht cirkelen als
albatrossen.
Op een doordeweekse dag is het stil. Alleen op de hoek van de
ingang van het bospad en de weg waaraan even verderop het clubhuis
van de zweefvliegclub ligt - buiten het zicht van de foto - ,is
vaak een groepje bejaarden aan het verpozen aan de pikniktafels
aldaar, druk met elkaar in gesprek in onvervalst Nijmeegs.
In het weekend is het bij die pikniktafels een drukte van belang.
Dan staat er de ijscoman met zijn kar, strijken fietsers, joggers
en wandelaars neer voor een korte pauze en parkeren auto's, waaruit
vaders en moeders hun kinderen laden om ze te vergasten op het
verbazend schouwspel van het zweefvlieggebeuren.
10 mei 2006
herdenking
04/05 Nijmegen
Links het beeld van held Jan
van Hoof, gemaakt door Marius van Beek.
Internet-encyclopedie Wikipedia vermeldt over Jan van Hoof:
Als lid van de Geheime Dienst Nederland verzamelde hij maandenlang
informatie over o.a. de aangebrachte explosieven bij de Waalbrug
en de spoorbrug in Nijmegen.
Op 18 september 1944 maakte Van Hoof de explosieven onschadelijk
die onder de Waalbrug waren aangebracht door de Duitsers.
Een dag later vertrekt Van Hoof bij hotel Sionshof nabij Heilig
Landstichting. Het hotel fungeerde als een verzamelpunt voor geallieerde
militairen en oorlogsverslaggevers, waar hij enkele tekeningen
van Duitse versterkingen rond de Waalbrug had afgegeven. Vanaf
het hotel vertrok hij die middag om een verkenningswagen van de
Royal Engineers door de Nijmeegse binnenstad te loodsen. Op de
Nieuwe Markt werd de auto echter in brand geschoten. Hoewel Van
Hoof het voorval overleeft,
werd hij alsnog opgepakt, mishandeld en en om het leven gebracht.
Ook dit keer weer vind ik dat hij de verkeerde kant op loopt:
naar het zuiden, van de Waal en de brug (buiten beeld links) weg
Rechts op de achtergrond kijkt Keizer Trajanus op
zijn sokkel nog over zijn oude Romeinse rijksgrens uit.
20 Sept. werd
Nijmegen bevrijd.
Bijna 900 burgers kwamen om bij het bombardement van 22 februari
1944
Tussen de 400 en 500 Joden werden weggevoerd en vermoord.
500 mensen kwamen bij andere oorlogshandelingen om het leven.
Nog eens 700 kwamen na 20 sept. 1944 nog om in de maanden tot
de bevrijding, Nijmegen bleef aks frontstad bloot staan aan Duitse
beschietingen.
De luchtmachtkapel
afdeling tuba's en bombardons. Traditiegetrouw speelden ze ook
dit keer vooraf aan de twee minuten stilte.
stoere, barse,
oude soldaten
lente
1.
onder de rokken
soezen de poezen
schuilen de uilen
vouwen de vrouwen
2.
zie de bloesems van de bomen tuiten
jong en spruitig wast uit kluiten
het meisjesgroen van jonge jurken
en rose pruiken die op stelen hurken
lijzig is de schijn van een vage bries
en mijlenver is 't onzichtbare vlies
van beloofde feesten van alle smaken
gespannen over geduldige daken
hoofs verdekken plezierige dieren
hun kwelling, hun zorg, of de lastige lust
tot zachte beroering of plotse vervoering
hun zwelling tot bloeien wakker kust
3 mei 2006
Vandaag eens wat anders: twee praktisch in 'écriture automatique'
geschreven gedichten:
Barok tafereel
Zij woelt en
spreidt haar bereidheid
ten toon aan alle vragers
die graag haar benutten en al frutselen
aan de kantkragen van haar barrage
Blote armen
ontbloeien en bereiden aangename omarmingen
voor de zoetproevende prijsvechters van stavast
Priemende blikken ontdooien tot boterzacht
ruige knuisten ontstollen tot fluweel
poeslief haperen open lippen tot dubbelgeluste kussen
Vluchten kan niet meer en zuchten overstelpen de geliefde passages.
Bassen en fluiten garneren dwars de klare wijn
die wordt geschonken.
Bonzende harten verlangen naar koele meren
en wijdopen vensters naar rijk uitzicht
Bruikbaar
onkruid
Vermooien en
schoonpraten kan nog altijd niet verhullen,
dat passende maten verdraaid lastig zijn te vermijden
Botert het niet altijd,
verpozen in dozen is ook niet de oplossing
voor de beleden berooidheid
Een zooi is
het, het pak onvervalste hartklachten
Maar intrinsiek vervlochten in de semantiek van het syndroom
is de achtergehouden zachtheid
een klare hemel
de onstuitbaarheid van een bruisende muiterij
Haha lacht
de keizer en pleit zijn manschap vrij
Hoho bloost de koning en trekt zijn standbeen bij
Kuis! roept de bruid
Zij! schreit de meid
Uit! fluit de guit
Brei schijt de geit
2 mei 2005
Laat eens weten wat je ervan vindt:
tegelijkertijd
Ik zag op TV
Job Cohen een stijlfiguur gebruiken die momenteel bij politici
heel gebruikelijk is, maar die hij werkelijk om de haverklap toepast.
Misschien heeft hij hem zelfs in ons Nederlands politiek circus
ingevoerd. Het is het woord "tegelijkertijd" en je brengt
het aldus in de strijd: in het debat werpt de tegenstander een
argument op - vaak releveert hij een misstand - . Je erkent zijn
argument, bevestigt dat er een misstand is. Je tegenstander knikt
dankbaar, hij leunt zowat tevreden achterover. Hij lijkt gescoord
te hebben. Maar dan zeg je: "tegelijkertijd" - en dan
volgt de uitgenbreide beschrijving van een situatie of operatie,
die het gereleveerde argument of de beschreven misstand in een
heel ander daglicht plaatst, bijvoorbeeld relativeert, in een
ander kader plaatst, waardoor de scherpte aan de aanval of aantasting
wordt ontnomen of het argument van de tegenstander zelfs geheel
onderuit wordt gehaald.
Zo ontkomt iemand als Job Cohen aan het `ja, maar` effect, de
indruk, dat je alleen maar excuses zoekt. Verder heeft de tegenstander
(al dan niet terecht) de indruk dat hij gehoord is en is de scherpte
bij hem om te scoren afgenomen.
`Is de overlast door Marokkaanse jongetjes niet een groot probleem
in Amsterdam West?` Niet: ´ja, maar we doen van alles om
het te bestrijden´.
Maar: `Klopt. Het is een groot probleem. Iedere dag voel ik dat´
Korte pauze. `Tegelijkertijd is het corps iedere dag
bezig maatregelen te nemen.`
Job Cohen is in deze redeneerwending een meester. Het gaat boven
gewone manipulatie of redeneertechniek uit. Ingeweven in deze
stijlfiguur zit de filosofische erkenning van dat dingen nu eenmaal
naast elkaar kunnen bestaan, elk in zijn onweersprekelijke ´dingelijkheid´.
Pas in het kader van de erkenning van het naast elkaar bestaan
van situaties, partijen, standpunten kan de juiste maatregel worden
gevonden.
In het ´ja, maar´is aanval en verdediging al meteen
gegeven.
Misschien moet Job Cohen in zijn spreken wel oppassen dat hij
de stijlfiguur niet om de alinea of bij iedere interventie uit
de kast haalt, want anders slijt hij te snel
30 april
Le Goût
des autres
Erg leuke film,
gister gezien op TV.
Typisch Franse film over de mens, de liefde en relaties.
Cultuurbarbaar en fabrieksdirecteur Castella valt op bekende actrice,
die single en 40 jaar oud in een impasse zit en aanvankelijk met
deze man geen raad weet. Castella's chauffeur en zijn bodyguard
hebben ook een driehoeksaffaire mer een barmeisje, die ook kleine
hasjdealer is en vriendin is van de actrice. Castella maakt kennis
met het acteursmilieu en ruikt aan de culturele kant van het leven
en zo ontrolt alles zich verder.
De dialogen en scenes lijken zo uit het leven gegrepen en wie
lacht om de onhandigheden in de liefde en de absurde kanten van
de verliefdheid lacht om zichzelf. Ik kan me niet herinneren dat
deze film in Nederland is geweest.
Uitgekomen in maart 2000
Regie Agnès Jaoui
Met Jean-Pierre Bacri, Anne Alvaro, Gérard Lanvin
[ meer
op website Allocine.com ]
29 april '06
een
moeilijke plaats uit den talmoed
Mijn zwager
vond op de website van het Joods Historisch museum een afbeelding
van deze ets/houtsnede, hieronder te zien.
Hij is als volgt gecatalogiseerd:
object: vrije grafiek. Titel: "Een moeilijke plaats uit
den talmoed".
vervaardiger: Tilly, Piere Emile. Materiaal: papier. Datering
1878=1900.
plaats Nederland, hoogte 32.4, breedte 48.4
collectie Joods Historisch Museum, collectie Jaap van Velzen.
Mijn zwager kon zich herinneren dat ik een schilderij heb hangen
met exact hetzelfde tafereel. Hier is het:
Dit schilderij is afkomstig van mijn grootvader van moederszijde,
die dit misschien gekocht heeft op een veiling of ook weer heeft
gerfd.
De vraag is natuurlijk: wat was er eerder, de grafiek of het schilderij.
En: is er sprake van dezelfde maker, Piere Emile Tilly.
Het schilderij is in tamelijk slechte staat: vervuild en een amateur
heeft er duidelijk in geknoeid.
Ik zal contact opnemen met het Joods Historisch mudeum.
Op onderstaande foto zie je het schilderij hangen boven het bureau.
Op de voorgrond de tafel opgedekt voor de Seider, de joodse feest-
en gedenkmaaltijd, die afgelopen woensdagavond (z.g. erev Pesach)
bij mij thuis heeft plaatsgevonden
april 15 2006
twee
heel verschillende foto's
Ik begin met deze foto van goede vriend B. met daarop in de diepe
kleuren van zonsondergang de brug over de Waal.
Vind je toch wel goed, B. ?
Hoe straaljagersporen toch artistiek bijdragen aan deze bijkans
sensuele impressie van de brug, die zich hier van een heel andere
kant laat zien dan als de nauwe doorgang waar je twee keer per
dag in de file staat.
En dan hier
een kiekje dat mijn broer opzond: de poes Poelie, reeds sinds
lang zaliger nagedachtenis. Mijn vader kreeg hem op zijn verjaardag
van een oude huisvriend (Wim van E. weetjewel) zomaar cadeau,
in een doos. Omstreeks vijftien jaar lang was hij in het ouderlijk
huis de spil van het familieleven.
Poelie was in mijn familie de huisafgod en bliksemafleider voor
knuffellusten.
Om haar of hem - ik weet niet eens meer, was het nou een mannetje
of een vrouwtje - heen ontstond een hele reeks aparte familiale
poezenuitdrukkingen.
Onverstoorbaar liet hij zich alles welgevallen.
Tot hij oud en der dagen zat letterlijk omviel.
Poelie. Alav ha-sjalom
Intussen wordt
ik al bijna drie weken vergast op een soort slopende lentemoeheid,
gepaard met keelpijn, hoofdpijn en amper zin om iets bij te dragen
aan het wel en wee van de wereld.
Ik maak fantasieen om haast lichaamloos te vliegen, reizen te
maken als een camera met vleugels en in de donkere kamer een kloppend
hart van gezuiverde gevoelens van blijdschap en liefde. En zie
ik zit uitgezakt in mijn zitzak door te zakken op een kopje thee
voor de buis.
Het tweesporenbeleid van mijn leven.
8 april 2006
Licht
Na lange meditatie
is het mij gelukt het licht niet alleen te zien maar ook daadwerkelijk
te concentreren tot een lichtpunt. maart 30 2006
Poeriem
In Nederland zijn de Joden voorzover ze iets aan hun religieuze
Jodendom doen sterk verdeeld in twee kampen, de zogenaamde "Orthodoxen"
en de "Liberalen", een wat bedriegelijke benaming omdat
de Liberalen de geloofspraktijk soms serieuzer opvatten dan de
orthodoxen. Maar die orthodoxen vinden dan weer dat hoe dan ook
zij toch het ware begrip van wat Jodendom is bewaren en dat de
Liberalen de plank misslaan met hun vrijzinnige opvattingen; die
liberalen zijn qua geloof toch niet "echte Joden".
Het mag dan
ook een loffelijk initiatief heten als men die scheidingswanden
ziet als menselijk maaksel, ze wat wil verlagen en over de schutting
wil kijken.
Een stap daartoe werd afgelopen maandag gezet.
In de 'orthodoxe' sjoel in mijn woonstee werd door de orthodoxen
en de liberale .gezamenlijk Poeriem gevierd.
Poeriem is een soort kort Joods Carnaval waar men grappig verkleed
luistert naar het verhaal van Mordechai en Ester die - eeuwen
voor het begin van de gebruikelijke jaartelling - hun Joodse volk
weten te redden van de snode genocideplannen van de Perzische
grootvizier Haman.
Verkleed dus...Aanvankelijk
me helemaal niet zo jolig voelend en onwennig om verkleed naar
sjoel te gaan kocht ik in een feestwinkel op het laatste moment
nog een cowboy hoed met boerenzakdoek en thuis had ik nog een
leuk kleurig vest.
't Was even wennen aan het gedruis tijdens de lezing van het verhaal.:
de rabbijn lajende (zingzangde) al sjaukelend (het bovenlichaam
heen en weer bewegend) de megille ( rol, waarop het Ester-verhaal
staat opgetekend)
terwijl rondom hem het een massa kinderen tikkerje of krijgertje
speelden rond de bima (podium met spreekgestoelte), verkleed als
prinses, pinguin of ijsbeer. De rabbijn was in het chaotisch kinderlawaai,
dat af en toe slechts voor één seconde stil gesist
werd, volstrekt onverstaanbaar. Ogenschijnlijk geen spoortje kavana
(gewijde aandacht) bij de menigte.
Achteraf waren er rijkelijke hapjes in de sociale benedenruimte
en een accordeonspeler lokte een paar mensen tot dansen en men
bood elkaar een slok wodka aan in kleine glaasjes, wodka van voortreffelijke
kwaliteit, zonder twijfel aangeboord door een van de leden van
russische signatuur: lechajiem! En natuurlijk werd er druk gesjmoesd
(gepraat) met elkaar, waarbij de twee kudden toch (nog) niet echt
met elkaar mengden.
De simche (vreugdevol samenzijn) deed ietwat opgeschroefd aan
- alsof men boven alle sores (problemen) uit wilde laten weten:
we zijn er nog, wij samen, wij Joden, ook hier ver in de provincie!
- , maar ja we kenden elkaar niet zo goed en de volgende dag was
het weer vroeg opstaan.
Alles bij elkaar noem ik het maar een gezellige prettig gestoorde
chaos.
donderdag 16 maart 2005
Woutertje
Er is iets met
mijn foto-toestel, waardoor de foto's niet optimaal zijn.
Maar goed, op deze foto zie je Wouter en zijn Marian.
Vanmiddag was ik op bezoek bij hen en heb ik met Wouter kennis
gemaakt.
Maar eigenlijk kende ik hem al. Meer dan zestig jaar geleden speelden
wij met elkaar.
In Jappenkamp Moentilan. Hij had zijn naam op mijn website gelezen,
in mijn verslag
over Moentilan, waar ik in 1944/45 als kleuter met mijn moeder
zat. Ik citeer in dat verslag mijn moeder, die zei dat ik daar
in Moentilan mijn beste vriendje Woutertje was. " Woutertje
en zijn moeder huisden bij ons in de buurt, onderaan in het plant-
en dierkundelokaal, waar wij bivakkeerden".
Hij heeft mij gemailed en we hebben gebeld en vandaag hebben we
een beogen middag met elkaar doorgebracht..
8 maart
2006
The
Times They Are A-Changin’
Vanochtend 27
febr, stond in dagblad
Trouw een artikel over het uitkomen van een Nederlandse vertaling
van al Bob Dylans songs door Robbert-Jan Henkes en Erik Bindervoet.
Als een sample werd het eerste couplet van 'The times they are
a-changing' afgedrukt in de originele Engelse versie, in de vertaling
van Lennaert Nijgh en twee versies van
Henkes en Bindervoet zelf.
Geen van de versies vond ik echt bevredigend en lokten mij tot
het wagen van een eigen poging.
Kijk en vergelijk en als je mijn versie de
beste vindt mail het mij.
The
Times They Are A-Changin’
Bob Dylan
Come gather
’round people, wherever you roam
And admit that the waters around you have grown
And accept it that soon you’ll be drenched to the bone
If your time to you is worth savin’
Then you better start swimmin’ or you’ll sink like
a stone
For the times they are a-changin’
De
tijden zijn veranderd
vertaling Henkes & Bindervoet
Kom mensenkinderen,
waarheen je ook ging
En geef toe dat het water je kleren doordringt
En accepteer dat je straks als bakstenen zinkt
Want je tijd is was in je handen
Dus begin maar te zwemmen voor je zeewater drinkt
Want de tijden zijn veranderd
Er
komen andere tijden
vertaling Lennaert Nijgh
Kom mensen en luister en hou nu je bek
Het water dat komt jullie al tot je nek
En geef toe dat je nat bent, doorweekt tot je hemd
Probeer het maar niet te vermijden
En wie niet wil verzuipen is wijs als ie zwemt
Want er komen andere tijden!
Vanaf
nu moet alles anders
(oftewel: Er kwamen andere tijden)
vertaling Henkes & Bindervoet, als reactie
op de vertaling van Lennaert Nijgh.
Kom hier mensenkinderen,
vorm rond mij een kring
’t is inktzwarte rampspoed waar ik je van zing
De wateren stijgen en de polder verzinkt
Wanneer doen jullie eind’lijk iets schranders?
Want het einde der tijden is een vreselijk ding
Vanaf nu moet alles anders
Er komen andere tijden
vertaling Rob Cassuto
Kom mensen,
hou je toch niet langer dom
en kijk nou hoe hoger het water steeds komt
en snap toch, straks drijf je zijknat in het rond
en als je 't leven wat langer wil leiden
ga dan zwemmen als je het zinken verdomt
want er komen andere tijden
relief
Hepatitis
c was diagnosed years ago.
A first treatment with the standard therapy of interferon and
ribavirin was not effective.
A second treatment more than one and a half year ago under supervision
of doctor W. at the Amsterdam medical center took until now, one
and a half year of sometimes drastic side effects (among which
fatigue is the most prominent). The chance the virus will be eradicated
after such a prolonged treatment is signicant higher.
A great relief: after stopping taking the medicine three weeks
ago a first check yesterday showed important indications that
the virus is not present.
Hurrah! The future would have looked a lot bleaker if the most
significant indicator, the so called ALAT or ALT value
for liver infection and destruction of liver cells would have
demonstrated a rise!
I am thankfull my body, spirit, doctor W. and a healing power
emanating from the all envelopping creative ground to be called
God brought me on the path of health and I hope to put it into
the service of creativity and to transform it into a blessing
for my companions on the road.
A more extensive report of the treatment is to be read on my special
Hepc
diary
febr. 24 2006
recent:
M.
heeft nieuwe schoenen gekocht! 12 feb. '06
computer
Een
nieuwe computer heeft zich in mijn werkkamertje genesteld. Dank
zij een flinke investering en een middag knutselen van Rob de
B. kijk ik nu op een royaal scherm, dat mij licht en fris toeheldert.
Nog niet alles werkt precies en we moeten wennen. Soepel en zachtjes
opent hij programma's.
Zacht zoemt hij en gladjes doet hij zijn werk.
Mijn oude computer is letterlijk terzijde geschoven. Hij staat
rechts achter mij op het oude bureau. Ooit zo up to date oogt
hij nu ouderwets als een wat verlopen automodel.
Ik gebruik hem af en toe en dan kraakt hij weer even gezellig
en trakteert hij mij weer even op zijn oudedomskuren die hij in
de loop van de tijd heeft verzameld. Hij lijkt af en toe een beetje
droef te staren met zijn donkerblauwe standaardscreen en zijn
ouderwetse pictogrammen.
Zo hecht je je aan oude metgezellen, al zijn ze levenloos, maar
toch .... ooit zijn ze bij jou terechtgekomen, ze hebben je trouw
gediend. Ken je ook toch, oude jassen, schoenen, auto's, het is
altijd iets van een afscheid dat zich aandient als ze hun tijd
hebben gehad.
De melancholicus in mij zou de lijn bijna willen doortrekken naar
de mens, de mens die ook ik ben en eens, mischien nu al, bezig
is rechts achter de moderniteit op het oude bureau terecht te
komen. Maar zover is het nog niet, potdorie (ook zo'n oude uitdrukking...).
Gelukkig heb ik ook nog ergens een knop in mij met opschrift:
vernieuwen!
En dan hebben we ook nog het 'licht der eeuwigheid', de enoprme
space, waarin dit alles zich toont met een absolute betrekkelijkheid.
16
jan. 2006
mevrouw
Klonk
Naar
Mevrouw Klonk en haar praktijk orthomanuele therapie was ik op
weg vandaag, op weg naar haar deskundig advies over mijn rug en
haar helende hand, die mogelijk iets kan doen aan die rare kronkel
daar beneden.
Want al een paar maanden sta ik merkwaardig scheef, een beetje
als een menselijke toren van Pisa.
Door een druilerige januaridag snelde ik over de snelweg naar
Karrewegen, waar ze haar praktijk heeft. In mijn comfortabele
leren autostoel heb ik geen last, maar bij het staan en lopen
ervaar ik een ongemakkelijkheid die niet echt pijn is, maar toch
onprettig en vermoeiend aabvoelt.
De praktijk is in een nondescripte buitenwijk in een proper ingericht
souterrain. Mevrouw Klonk is een hele rustige vijftigster, die
zakelijk en vriendelijk mijn gegevens noteert en dan mag ik me
uitkleden; ze brengt eerst mijn verkrommingen in kaart en merkt
die op mijn huid met een viltstift. En dan gaat ze over tot een
hele reeks manuele interventies. Beurtelings lig ik op mijn buik,
rug of zijden en geeft ze klopjes, duwtjes, trekkingen op delen
van mijn wervelkolom en bekken. Zelfs hamert ze met een hamertje
sommige stukken min of meer in het gelid. Als een beeldhouwster
probeert ze mijn verschevingen weer in de rechte richting te manipuleren.
13 jan. 2006
EEN
FIJN EN GEZEGEND 2006!
Hierboven zie je achter het raam een aantal chanoeka-kandelaars
volop branden. De achtste en laatste dag van het chanoekafeest
was aangebroken, dus alle acht kaarsen mogen nu hun licht op deze
winterse avond laten schijnen.
Het oogt gezellig, daar achter die ramen en dat was het ook, die
kleine chanoekaparty, die Ruth had georganiseerd in het grote
oude huis, dat ze tegenwoordig beoont. Ze mag er verblijven als
een soort 'kraakwacht'. Het verwaarloosde pand stamt uit 1920
en als je binnen bent ervaar je inderdaad iets van een tijdloze
midden-twintigste-eeuw sfeer. Maar de kamer waar we zaten was
lekker warm gestookt en een gemêleerd gezelschap deed zich
tegoed aan latkes (joodse aardappelkoekjes), soefganiot (joodse
oliebolletjes), haring en salade. Dat gezelschap bestond een selecte
vertegenwoordiging van de bonte joodse gemeenschap in mijn stad:
een tandarts uit Israel met vrouw en kinderen, een manager bij
een chemisch concern met zijn vrouw, voor een paar jaar over uit
de US, een programmeur oorspronkelijk uit Marokko met zijn vrouw,
een uitgever die zowaar geboortig is uit deze stad, evenals Ruth,
en mijn persoon, die - ik vermeld het maar om het extra exotisch
te maken - geboren is in Indonesië. De voertaal was Engels
en als ik alle gesprekken zou weergeven zou er gek en kleurig
stukje ontstaan,waarvoor nu de tijd mij ontbreekt.
Ieder die dit leest wens ik: EEN FIJN EN GEZEGEND 2006!
jan.2 2006
talig
een paar talige opmerkingen na de taaldiscussies van de afgelopen
tijd over de spellingwijzigingen.
De tussen-n (spel ik dat goed?) en de panne(n)koek-strijd;
dit is symptomatisch voor de neurotische jacht naar correctheid,
die de Nederlandse taalunie en de aan haar gelieerde taalprofessionals
nastreven. Het is als een hond die zijn eigen staart probeert
te pakken.
Want getracht wordt een zekere strakke rationele logica aan het
organische taallichaam op te dringen. De taal kent wel degelijk
een zekere logica , die zich in duizenden jaren ontwikkeling laag
voor laag heeft afgezet, een logica die een diepere organische
wijsheid kent. Het is een vergeefse strijd om hier die moderne
wiskundige logica van de spellingsdeskundigen op los te laten.
Waarom dus pannenkoek, als iedereen pannekoek zegt. Trouwens de
taalsdeskunige logica begrijp ik ook niet. Historisch gezien is
pan en koek toch een samenstelling via de oergermaanse verbindins-o
en niet via een n?
Zo ook dat nieuwste snufje: ideeëloos moet het volgens de
professionals zijn omdat het nu eenmaal ook 'harteloos' is, terwijl
iedereen ideeënloos zegt. Hier prevaleert weer de volkslogica
van het moment boven de historische logica.
Nu ben ik er niet voor om in alles de volksmond te volgen, maar
als 99% van de Nederlanders'pannekoek' zegt en niet 'pannenkoek'
en 'ideeënloos' en niet 'ideeëloos', dan weegt dat toch
zwaar.
De Engelsen en de Fransen hebben volgens mij al lang geleden ingezien,
dat herhaalde spellingswijzigingen op een heilloze weg leiden,
tot een telkenmale herhaalde Sisyphusgang de berg op. Engelse
en Franse kinderen moeten erdoorheen: het leren van de ingewikkelde
spelling van hun taal en tot nu toe lukt dat een groot deel van
de nieuwe generatie steeds weer.
Het is nu eenmaal een deel van het educatieproces, van de ontwikkelingsgang
van kind naar volwassene, nog anders gezegd een onderdeel van
het acculturatieproces, dat je de taalspelling onder de knie moet
krijgen. Kinderen lijden helemaal niet zo vreselijk onder allerlei
vermeende spellingsinconsistenties, als de geleerden denken, denk
ik weer op mijn beurt. Herhaalde spellingswijzigingen maken het
helemaal niet makkelijker en ook voor toekomstige generaties maakt
het helemaal niet zoveel uit. Belangrijker is, dat er lange tijd
één zelfde spelling bestaat waar niet meer aan gemorreld
wordt: continuïteit. Een verbod op spellingswijziging moet
er komen.
Amusant - en voor de oudere tot gezellige irritatie geneigde Nederlander
zoals ik opvallend - is de toeneming in de volksmond van insluipende
spreekgewoonten, die de purist als fout moet bestempelen.
Bijvoorbeeld hoor je steeds vaker: 'zich beseffen' in plaats van
'beseffen' of 'zich ervan bewust zijn', een contaminatie dus.
Ook vatten veel mensen, vooral jongeren, het woord 'media' steeds
vaker op als enkelvoud; ze realiseren zich niet meer dat het natuurlijk
een meervoud is, namelijk van 'medium' (wat weer komt van 'massamedium').
Op dit punt moeten we weer wél strenger zijn, vind ik.
Hoewel niet een kwestie van levensbelang, werkt een cumulatie
van dit soort slordigheden toch taalverloedering in de hand; een
mate van onderhoud van het taalorganisme - op de wijze zoals je
aangroeisel van een scheepsromp bikt - is noodzaak.
Een laatste suggestie van mij: Verbiedt het in interviews aan
de geinterviewde meer dan één keer het antwoord
te beginnen met: 'Nou kijk ... '
27 december
2005
Joden
in Nederlands Indië
Afgelopen
donderdag, 1 december '05 woonde ik een symposium bij over Joden
in Ned. Indië. Het vond plaats bovenin het eerbiedwaardig
cultuurhuis Felix Meritis, in de Shaffyzaal.
Het
inspireerde mij tot het volgende.
Joden
zijn er in Nederlands Indië nooit in groten getale geweest.
In de bloeitijd van de Nederlandse koloniale aanwezigheid, in
1932, waren er zo'n 2000 op 300000 Nederlanders, die er verbleven
temidden van toen 60 miljoen autochtonen.
In Djakarta schijnt nog steeds het graf te zijn van Leendert Miero,
die aan het eind van de 18 e eeuw op Java soldaat was en daarna
een handel is begonnen.
In
de 19e eeuw kwamen er meer Joden, voornamelijk voor de handel.
Er was een zekere trek van Joden uit het Ottomaanse rijk naar
het Zuidoosten en een aantal kwam terecht op Sumatra en Java.
Ze werden Baghdadi's genoemd.
Bekend is het verblijf van de journalist Alexander Cohen, die
in de eerste helft van zijn leven rebel en anarchist was en uitgeweken
naar Indië een aantal jaren soldaat was in het Nederlandsch-Indisch
Leger.
Dat
was aan het eind van de 19e eeuw en in die tijd werd er in Nederland
uitgebreid reclame gemaakt om dienst te nemen in de koloniale
gelederen. Ook veel Joden gaven daar gehoor aan. Ze namen dienst
in het binnenlands bestuur van de kolonie of in het koloniale
leger, werden actief in het onderwijs en in medische beroepen,
of werden ‘planter' op de zogenaamde ‘ondernemingen' (uitgebreide
plantages voor koffie, thee of rubber).
Zo
ook mijn beide grootvaders, die exemplarisch zijn voor deze ontwikkeling.
Mijn grootvader Cassuto emigreerde in 1915 als jong jurist naar
Indië en werd leraar aan (later directeur van) scholen, die
zogenaamde ‘inlanders' opleidde voor administratieve en bestuursfuncties;
mijn grootvader van moederskant, van Zuiden, nam na zijn opleiding
aan de Koninklijke Militaire Academie als officier dienst in het
(inmiddels Koninklijke) Nederlandsch Indisch Leger, het KNIL.
Dat was al in 1905 of 1906.
Mijn veronderstelling is dat mijn grootvaders mede gemotiveerd
werden door de grotere vrijheid in de koloniën. Er waren
daar geen knellende banden van het Joodse milieu en er was minder
sprake van grote discriminerende vooroordelen en meer perspectief
op carrière.
Romantischer uitgedrukt: het avontuur dat lokte werd minder begrensd
door barrières vanuit de Joodse afkomst.
In
hoeverre was er nog sprake van Joods leven in die ‘groene gordel
van smaragd'?
Een rabbijn die in de 19 e eeuw Indië bezocht (de bron moet
ik nog achterhalen) verzuchtte, dat de Joden daar nog amper iets
deden aan hun religie. Men besneed de zonen niet meer en deed
nauwelijks nog aan de Joodse feestdagen.
Inderdaad was er in heel Nederlands Indië geen rabbijn. Als
je per se een besnijdenis (brit mila) wilde laten uitvoeren moest
men de rabbijn van Singapore laten overkomen.
Er
was ook geen synagoge, behalve in Soerabaja, waar een paar honderd
zogenaamde Baghdadi's ( Sefardische Joden uit Irak) woonden. Er
waren Joden in wat grotere aantallen van nog geen of omstreeks
honderd in Batavia, Bandung en Semarang, maar die vormden geen
religieuze gemeenschap. Je kan je afvragen of die aantallen kloppen,
want ik vermoed dat vele Joden zich niet als zodanig profileerden.
Zo
ook mijn grootouders, die leefden of trachtten te leven net zoals
alle andere Nederlandse ‘kolonialen'. Ze waren lid van de ‘Societeit'
(de gezelligheidsverenigingen, bijgenaamd ‘de Soos'). Ze waren
actief in toneelclubs, zoals overgeleverde krantenknipsels getuigen,
waarin mijn grootmoeder figureert als gangmaakster. En een beruchte
foto van mijn anders zo ingetogen grootvader Cassuto uit zijn
jonge Indische jaren toont hem verkleed als vrouw in het toneelstuk
‘De tante van Charley'; het laat een glimp zien van onbezorgde
deelneming aan het gezelligheidsleven. Ze vierden Kerstmis en
Sinterklaas en waren betrokken in allerlei feestelijkheden rond
het Koninklijk Huis of goede doelen.
Ook mijn grootvader van Zuiden is op een reeks foto's van feestelijke
bijeenkomsten aan lange tafels te zien met vele verder anonieme
medevierders.
Toch mag ik aannemen, deels uit bronnen, deels uit overlevering,
dat ze hun vrienden zochten in Joodse kring. In de tijd dat mijn
grootvader Cassuto met zijn gezin woonde in Bandung maakten ze
vele uitstapjes naar de onderneming Tjigombong, die in de buurt
van Bandung op de hoogvlakte van Preanger lag en die werd gerund
door hun goede vriend, de Joodse planter Albert Zeehandelaar.
Ook
de Joodse familie van der Hoek wordt in de fotoalbums vaak vermeld.
Zo liep zeer waarschijnlijk grootvader Cassuto ook grootvader
van Zuiden tegen het lijf, toen de laatste na vele omzwervingen
in de buitengewesten in Bandung werd gestationeerd in een administratieve
militaire functie.
Ze
waren beiden lid van een vrijmetselaarsloge.
Mijn hypothese is, dat vele Joodse ingezetenen van grotere steden
in Nederlands Indië lid waren van de vrijmetselaars. Dat
zou verder moeten worden onderzocht. Weliswaar waren verreweg
de meesten niet meer praktiserend Joods, ze hadden wel behoefte
de diepere zaken des levens te bespreken, te filosoferen en vieringen
te doen. De vrijmetselaarsloge bood daarvoor de gelegenheid, overigens
niet alleen aan Joden maar natuurlijk ook aan anderen, die in
een vrije spirituele omgeving geestverwanten konden ontmoeten.
In bijeenkomsten van die loges werden vele contacten gelegd, ook
dus tussen Joden onderling. En waarschijnlijk gaf de loge ook
veel gelegenheid tot wat we tegenwoordig ‘netwerken' noemen.
(4 dec. '05)
wordt vervolgd
Watermarks
In
de voormalige Korenbeurs, die statig de Arnhemse Korenmarkt domineert,
is het Filmhuis Arnhem gevestigd. Dit weekend was een deel van
het repertoire van het Joods filmfestival daar te zien. Een topper
was de documentaire Watermarks.
De
documentaire brengt ons zeventig jaar terug in de tijd. Kordate
oude dames van in tachtig vertellen hun verhaal over de Joodse
zwemclub uit het vooroorlogse Wenen. Die zwemclub was onderdeel
van de Joodse sportvereniging Hakoach (‘de kracht').
Hakoach werd opgericht door enkele Joden in 1909 na afkondiging
van de beruchte ‘Arische paragraaf', waarin het de Oostenrijkse
sportclubs verboden werd om Joden op te nemen; tegelijk speelde
juist ook een emancipatoire motivatie een rol; niet alleen artistieke
en intellectuele kampioenen zoals Freud, Mahler, Schnitzler kwamen
uit het Joodse volk voort, ook in sport zouden de tot dan toe
zo sportvreemde Joden zich gaan bewijzen.
Hakoach werd één van de grootste sportclubs in Europa.
Vooral de zwemsters behaalden talloze prijzen.
De oude dames die we nu aan het woord horen waren toentertijd
de zwemkampioenen van Oostenrijk. Ze vertellen hun verhaal. De
problemen worden gaandeweg de dertiger jaren steeds dreigender.
In 1936 weigert een van de zwemsters deelneming aan de Olympische
spelen in Berlijn. Ze moeten hun eerder verdiende medailles
inleveren .
In 1938 volgt de zogenaamde Anschluss. In de jaren daarna konden
de zwemster via een ontsnappingsoperatie het land uitvluchten.
Nu, 65 jaar later, wonen ze verspreid over de hele wereld, De
USA, Engeland en Israël. We zien ze in merendeels krasse
conditie nog steeds een duik nemen en terugblikken; de documentaire
is prettig en royaal voorzien van archiefmateriaal uit die omineuze
dertiger jaren.
Al gauw wordt je in dat vervlogen decennium meegenomen door de
beelden, natuurlijk de bekende shots van Hitler en zijn nazi-manifestaties,
maar ook door de schokkerige zwartwit opnamen van onbezorgd lijkende
jonge vrouwen die met onverzettelijk fanatisme trainen en wedstrijd
zwemmen, maar ook geinen en lachen met elkaar. Dat alles gepaard
met kostelijke beelden uit dat vooroorlogse Wenen en onderstreept
met Weense strijkersmuziek en operetteachtige tenoren die liederen
zingen als ‘Wien, Wien nur du allein'.
Roerende
passages kent de documentaire.
De zwemster die vertelt, dat ze zich helemáál niet
Joods voelde, totdat maatschappij en geschiedenis haar dat duidelijk
maakte.
Hoe uitgezonden naar de Maccabiade in Tel Aviv ze zich eindelijk
gehoord en gezien voelde door de mensen daar.
Hoe ze besloot naar Israel te emigreren en hoe haar aanvankelijk
cynische ouders haar later in barre nood volgden.
Hoe een andere zwemster haar broer door een list wist te ontzetten
toen hij belaagd werd door Nazi-jongeren.
En de zwemster die – weer terug in Wenen - op een bepaald kruispunt
haar kleindochter vertelt over 1936, over het passeren door Wenen
van de Olympische vlam, die op weg was naar Berlijn. Er was een
optocht van sportclubs georganiseerd. Ook de zwemclub van Hakoach
moest meedoen. De passerende clubs werden hartstochtelijk toegejuicht,
vaak met uitgestrekte heilhitler-groet.
‘Toen de zwemclub passeerde viel er een ijzige
stilte. Je kon de stille haat voelen. Toen de optocht klaar was
vluchtten we allemaal naar het clubhuis. We waren geschrokken.
We snikten en omarmden elkaar. Ik heb dit nooit verteld. Nou dat
was het. Ik ben klaar. Gamarti.'
En de krasse oude Israëlische dame wandelde vriendelijk verder
met haar kleindochter, die duidelijk onder de indruk was.
Zo zijn er tal van markante scènes in deze documentaire,
die goed geschreven en gefilmd dit verhaal vertelt en zo behoed
voor de vergetelheid, die steeds dreigt.
Regisseur Yaron Zilberman brengt de dames nog één
keer bij elkaar in een reünie te Wenen.
Je ziet de dames reizen, aankomen elkaar begroeten, langs oude
plekken lopen, in een taxi zitten en discussiëren met een
taxichauffeur.
En daar, in het oude, nog steeds bestaande, barokke natuurbad
hijsen ze het oude lijf nog een keer in het badpak en trots neemt
de camera en nemen wij afscheid van ze als ze in slagorden door
het zwemwater klieven, anno nu.
Ze hebben trouwens hun medailles weer teruggekregen.
Schitterende documentaire.
zie ook over deze documentaire de Watermarks
Movie site
28 november
hemelrood
Dinsdag
22 november was de hemel tijdens de avondval doorvlamd met rode
strepen en vlagen. De laatste fase heb ik op deze foto, uit mijn
raam genomen, vastgelegd. Het laatste hemelrood als een brand
aan de kim. Zie je tegen eind november niet vaak.
woensdag 23 nov.
lumbaal
AZN:
lumbale wk ap+lateraal" op alle lumbale nivo's versmalling
van tussenwervelruimte met osteofytaire aanpunting aan ventrale
zijde. Tevens sclerose begrenzingen. Facetartrose. Links convexe
scoliose. Advies: uitgebreide degeneratieve veranderingen van
de gehele lumbale wervelkolom met lichte links convexe scoliose.
Deze
tekst stond in een briefje dat de huisarts voor mij had klaargelegd
in het afhaalvakje van zijn praktijk. Het bevat de uitslag van
een röntgenfoto van mijn onderrug, het zogenaamde
lumbaalsacrale gedeelte. Voorzover ik het begreep is hier sprake
van een gevorderde artrose van de onderrug, die ik degelijk voel
bij het lopen. Het latijns medisch jargon doet aan als een vonnis
waarmee de ouderdom nu officieel wordt ingeluid. Ga er maar aanstaan
met de hardnekkige scheefstand, koop een wandelstok en bestel
vast de rollator.
Vanavond
heb ik vrijgenomen van alle akkefietjes, die eigenlijk gedaan
hadden moeten worden.
18
nov. '05
leiders
en grootouders
In de Volkskrant van vrijdag 11 nov. stonden op de zelfde pagina
van de buitenlandafdeling twee hoopgevende berichten over nieuw
leiderschap.
De eerste: Peretz in plaats van Peres; nieuwe leider van de Arbeidspartij
in Israël is Amir Peretz, Shimon Peres onttroond.De figuur
van Peretz lijktin zich te hebben een
capaciteit om achterstandsgroeperingen aan te spreken, bevolkingsdelen
als Sefardiem en Asjkenaziem meer tot elkaar te brengen en dit
alles te combineren met een progressieve politiek ten op zichte
van de Palestijnen.
In Liberia is Ellen Johnson Sirleaf verkozen als president boven
de populaire ex-voetballer george Weah. Een ervaren, deskundige
en stevige dame aan het roer, het verstand heeft gezegevierd,
ik hoop dat ze de kans krijgt.
Gisterochtend zag ik opnieuw onze Nederlandse woordenschat vanuit
de krantenwereld verrijkt. Een Rotterdamse
(net-)exwethouder werd 'Pim-potentie' toegedicht.
Denkbaar is de zin: 'Onder de leefbaren heeft Marco Pastors de
meeste Pim-potentie'. Zou dit over 50 jaar nog begrepen worden
en is het woord pimpotentie (let op de prettige elastische klankeigenschap)
dan in het Groene Boekje opgenomen ?
Afgelopen
vrijdag heb ik een paar woorden geschreven over het Joodse
bijbelstuk van de week ('parasha'), in dit geval het verhaal
van aartsvader Abraham, die de stem hoort die hem zegt
(Genesis 12, 1) “Lech lecha..", dat is Hebreeuws, vertaald:
"Ga weg" en dan gaat het verder "uit je land, van
je geboortegrond en uit het huis van je vader, naar het land dat
ik je zal wijzen.”
Ik bedacht mij hoe vaak niet in mensenlevens een stem heeft geklonken
in de geest van: 'Breek op van hier, pak je spullen en trek dat
hele nieuwe onbekende levensgebied in'.
En opeens moest ik denken aan mijn grootvaders.
Die van vaderskant, Isaäc Cassuto, was dertig jaar oud, drie
jaar getrouwd en hij was in Den Haag, op het Spui of de Hofweg,
een advocatenpraktijkje begonnen. Dat liep niet erg goed, het
was 1915, de Eerste Wereldoorlog woedde rondom, het waren moeilijke
en onzekere tijden en toen las hij in de krant de oproep om als
jurist in Nederlands Indië te gaan werken. Hij moet veel
hebben gepiekerd, eindeloos hebben overlegd met zijn vrouw, mijn
grootmoeder, nachten hebben wakker gelegen over de lange en gevaarlijke
overtocht, over dat verre vreemde Indië, waar toch betere
uitzichten leken te lonken, betere kansen, zeker voor een jood.
En dan tonen de kronieken opeens een fotootje van een jonge vent
met een snor en een bril, wat onhandig in een krap wit tropenpak,
zittend op het paradijselijk erf van een tropenhuis met zijn vrouw,
die, gekleed in de gebruikelijke vrijetijdskleding van blouse('kabaja')
en sarong, op haar arm
een boreling heeft: mijn vader. De teerling was geworpen.
Mijn grootvader van moederskant, Albert van Zuiden, was toen al
bijna 10 jaar in de Oost. Hij kwam in 1900 of 1901 van de Rijks
Hoogere Burgerschool te Assen en moet toen hevig hebben gedubt
over hoe verder te gaan. Waarschijnlijk moeten ook hem als naar
emancipatie en carriére verlangende joodse jongen-in-de-provincie
krantenberichten over de wijdse perspectieven in Indië hebben
gelokt; hij besloot naar de Koninklijke Militaire Academie in
Breda te gaan en koos de opleiding Infanterie Oost-Indië.
1901 was het toen.
Niet lang daarna tonen oude schimmige foto's hem als piepjonge
luitenant in de rimboe van het eiland Soemba temidden van zijn
peleton ruwgebolsterde KNIL-soldaten.
Hij
was jaren vrijgezel en is pas in 1919, op verlof in Nederland,
getrouwd met mijn grootmoeder.
13 november '05
vragen
Gisteravond woonde ik een toneelvoorstelling bij, 'Zullen we dansen?'
van theatergroep Plezant, gemaakt en gespeeld ter lering en vermaak
van ziekenhuispersoneel. Een goede vriendin speelde mee en had
me uitgenodigd; zo zat ik tussen het personeel van een ziekenhuis
in mijn woonplaats te kijken naar de amusant vorm gegeven ziekenhuisproblemen
van personele wrijvinkjes en minder geslaagde patiëntbejegeningen.
Twee wat oudere verpleegkundigen naast mij - de een vol en rondborstig,
de andere tenger met een gullle lach - waren wel degelijk geraakt
en genoten met volle teugen. Na de voorstelling praatte ik nog
wat na met de twee.
- Ik werk al es kijken, vanaf 68 in dit ziekenhuis.
- En ik van 72.
- De laatste jaren met chronische patiënten.
- Dat heeft voordelen.
- Je leert de mensen kennen, je hebt een persoonlijke band.
- Op de dialyseafdeling werken we.
- Als iedereen verzorgd is zijn we klaar
- Gaan we de afdeling af.
- Dan hebben we gezorgd voor ieder zijn natje en droogje,
een lach en een traan.
- Wat kan je nog meer doen?
Wat
moet een ziekenhuis zonder dit soort gouden mensen?
Ik
had het nieuws aan en zag met een half oog de nieuwsaankondiging
op het scherm namens ons zich afvragen "Blijven de leefbaren
in Rotterdams college?".
Een nieuw woord, de leefbaren. Wat moeten we daar nou mee, met
deze nieuwe mensensoort, de leefbaren?
9 november
Zaterdagavond
5 november 2005
De goede Nijmeegse waarnemer had in etalages, hallen en op prikborden
al dagen kunnen zien, dat het koor Hatikwa een concert organiseerde
onder de titel "Van Vriendschap gezongen" . Gister had
dat plaats in de Cenakelkerk in de zogenaamde Heilig Landstichting,
een wijkje omklemd tussen de gemeentegrenzen van Nijmegen en Groesbeek.
We kunnen niets beters doen dan de woorden van de inleider van
het concert, Rob Cassuto, weergeven om sfeer en inhoud van het
optreden weer te geven.
"Welkom allen in deze kerk, de Cenakel kerk, die vlak bij
het bijbels Openluchtmuseum ligt, dat ons koor altijd de ruimte
biedt: wij repeteren immers in de Romeinse Herberg en genieten
de gastvrijheid van Simon, herbergier en medekoorlid.
Waarom heet het de Cenakel kerk? Ik heb het voor u opgezocht:
hij is genoemd naar het 'cenakel', het vertrek, waar Jezus het
laatste avondmaal hield. Waarom is de architectuur zo waarom zo
Byzantijns? De kerk is een 0nderdeel van Heilig Landstichting,
die volgens de statuten de sfeer van het Heilig Land moest tonen.
De Cenakelkerk is een weerspiegeling van bouwkunst uit het Midden-Oosten.
De architect Jan Stuyt heeft zich laten beïnvloeden door
Byzantijnse architectuur en bouwkunst uit het Heilig Land.
Op
deze wat exotische locatie bieden wij een niet alledaags zangprogramma
met als thema vriendschap.
Vriendschap
en zingen en liefde en zingen , het licht dicht bij elkaar.
Zingen en liefde : Een van de verschillen tussen liefde en vriendschap
is volgens mij, dat de zanger de geliefde toezingt: I love you,
you left me, de hoge en diepe emoties die daarbij gepaard gaan.
Maar vrienden zingen mét elkaar en vormen
groepjes, groepen en koren en doen zo hun vriendschap groeien.
Als
er meer samen gezongen zou worden zou dat de vriendschap tussen
mensen enorm bevorderen. Ik zie politieke partijen of een kabinet
hier nog geen programmapunt van maken.
Maar ga mee met deze fantasie.
Zie voor je dat het kabinet zelf een zanggroep of een koor zou
vormen. Wekelijkse zangpresentatie voor de Tweede kamer. Er zou
een weldadig effekt in het beleid zou doorklinken.
De Nijmeegse gemeenteraad onder directie van burgemeester Guusje
met de jaarlijke Ode aan De Waal, gearrangeerd door onze dirigenten
Hein Vrijdag of Joop Veuger.
Imagine. De vergadering van de Verenigde Naties, een enorm veelkleurig
en veelkoppig koor onder directie van Kofi Annan, die een uitvoering
geeft van Het Grote Wereldoratorium, waarin iedere werelddeelnemer
zijn partij inpast in een groot universeel klankgeheel.
Terug naar de realiteit van nu. Vanavond moet u het met ons doen.
Wij bieden ook een veelkoppig en veelkleurig programma, dat naar
wij hopen een sfeer van verbroedering en vriendschap en vriendschap
bij u zal overbrengen.
In uw programmafolder is het allemaal te vinden: De toon wordt
gezet door Lana Farber met een paar mooie pianostukken.
Daarna neemt Hatikwa het stokje over met liederen
over vriendschap met God, romantiek met de geliefde en de kameraadschap
van de partizanenstrijd, dit alles in Hebreeuws, Jiddisch en Ladino,
het Joodse Spaans. Een van de zangeressen zingt solo een mooi
modern Hebreeuws lied, Hitchadshut, vernieuwing.
Van de Joodse wereld gaan we naar Afrika, speciaal West Afrika
waar Laiba Diawara en Fina Mara vandaan komen.
Zij zullen iets laten horen van de traditie van verhalende liederen
uit dat deel van de wereld.
Wij kunnen niet alle delen van de wereld aan bod laten komen,
maar we komen een heel eind met behulp van het koor Carmina
Ludens , dat onder andere ook de Sioux Indianen een stem
geeft en Arabische zang laat klinken.
De poëzie klinkt in de vorm van twee gedichten over vriendschap,
ieder koor leest er eentje.
In Azië ligt Koerdistan en daar komt Mouhadin Molly
vandaan, die aan die herkomst ook de inspiratie ontleent
voor zijn drie liederen. Tenslotte wordt de vriendschap gevierd
in een gezamenlijke zangpresentatie van Hatikwa
en Carmina Ludens.
Veel luisterplezier."
Aldus geschiedde. Het werd een zeer speciale en geslaagde avond.
Het koor Hatikwa zong toegewijd een set Joodse liederen van liturgisch
tot en met Jiddisch en Ladino, het gastkoor Carmina ludens gaf
zijn karakteristieke interpretatie van liederen uit vele delen
van de wereld en de andere twee gasten uit West-Afrika en Koerdistan
respectievelijk gaven een exotische touch aan deze avond, die
door de koorleden druk en geanimeerd werd nagepraat bij koffie
en wijn.
|